zaterdag 27 juli 2013

Whole the world is a stage



Jacques, de melancholicus in As You Like It, een toneelstuk van Shakespeare, verklaart op enig moment meer te zien in somberheid dan in vrolijkheid. Met zijn scherpe waarnemingsvermogen schetst hij in zijn lange monoloog over het menselijk bestaan een accuraat maar ook treurig beeld van zijn medeschepselen. Slechts toneelspelers zijn het die het podium even opkomen en, als ze het verlaten, niet meer zijn dan een schim van wie ze eens waren. Een treurig lot. Het lachen was hem in ieder geval vergaan.

Onontkoombaar schoten de herinneringen aan deze melancholicus mij te binnen, toen ik vandaag in Stratford upon Avon rondliep. De wereld die hier is geschapen is niet alleen één groot theater, het is nog eerder een circus. In de hitte van de middagzon doorkruisten tallozen het kleine stadje en iedereen liep op hetzelfde punt af: naar daar waar het geboortehuis van Shakespeare zou staan. Dit geboortehuis is een oude cottage. Niet heel bijzonder en nogal grauw door haar ouderdom. De meeste bezoekers liepen hier echter straal aan voorbij: er staat namelijk een hek omheen en even verderop staat een modern, lelijk jaren tachtig gebouw opgetrokken en hier staat met grote letters op geschreven: "Entrance birth place William Shakespeare".Vrijwel niemand viel het woord "entrance" op. Het effect was komisch, voor de niet-Jacques onder ons: velen lieten zich voor het toegangsgebouw fotograferen en lieten het echte geboortehuis links liggen.

In dezelfde straat was een winkeltje waar met grote letters op stond geschreven: "Peter Rabbit specialist". De creatie van miss Beatrix Potter was op talloze manieren weergegeven in de etalage: op mokken, T-shirts, boekjes en ga zo maar door. Met name de Chineze toeristen reageerden verrukt: ze lieten zich bij tientallen tegelijk voor de winkel op de foto zetten.

Het maken van een foto is in dit digitale tijdperk overigens een handeling zoals je ademhaalt of in je neus peutert: volstrekt gedachteloos, de camera of het telefoontoestel nauwelijks omhoogtillend, laat staan dat er naar het te nemen plaatje wordt gekeken, wordt er voortdurend afgedrukt.

Ondertussen waren wij op een terras neergestreken. Met plezier bekeken we de fratsen van onze medeschepselen en werden wij door hen bekeken. Een straatartiest begon te zingen en ergens jammerde een kind dat haar ijsje had verloren.

Stiekum moest ik denken aan een andere creatie van dit heerlijke land: Pooh Bear. Hij vroeg aan Piglet: "What day is it?" "It's today", said Piglet..."Ah, my favourite day",said Pooh.

donderdag 25 juli 2013

De magie van wetenschap



Vandaag brachten wij de dag door in Oxford. Een dag waarin de zegen van de wetenschap voortdurend, zacht fluisterend op de achtergrond aanwezig was. De middeleeuwse en renaissance gebouwen waar kerk en wetenschap elkaar nog stevig omarmden, de beelden en schilderijen van fameuze Oxford-denkers: John Locke, Caroll Lewis, Edwin Hubble, Walter Raleigh, Oscar Wilde, maar vooral het feit dat 13 prime ministers hier hun studie hebben gedaan, moet indruk maken. Nu vind ik prime ministers niet de meest inspirerende personen, maar Britten hangen nu eenmaal erg aan status en aanzien, dus het wordt overal vermeld. De universiteit is voor Nederlandse begrippen, ingewikkeld georganiseerd: ze bestaat uit 38 colleges. Ieder college is feitelijk weer een eigen universiteit, maar op de één of andere manier vormen ze gezamenlijk toch ook weer "de" universiteit van Oxford, welke dus wel of niet bestaat: het is maar hoe je het bekijkt. Een college ziet er steeds hetzelfde uit: rond de "meadow", een groot grasveld, is in een vierkant hierom heen een hoog gebouw opgetrokken. In dit gebouw bevinden zich de kamers van de studenten. Recht tegenover de centrale poort, zie je de ingang naar de kapel en naar de eetzaal. Sinds de films van Harry Potter, zijn deze eetzalen geliefd en vormen zich lange rijen om ze van binnen te mogen bekijken. Dat wil zeggen: de eetzaal van Christchurch college, het meest prestigieuze college van allemaal. Loop je naar een ander, minder bekend college, bijvoorbeeld die van Wadham, dan loop je alleen, want wie wil nu de eetzaal van het college van Wadham zien...De zaal is overigens net zo indrukwekkend als die van Christchurch college: schemerlampen op de lange tafels, enorme portretten van beroemde leden van het college en hoge, gebrandschilderde ramen.
Oxford kent ook nog een geweldig museum: het Pritt River museum. Een museum, geheel naar de wetenschappelijke traditie van de 19e eeuw ingericht...Een heel overzichtelijke wereld. Een wereld die nog geheel in hokjes kon worden ingedeeld. Hokjes die samenhang suggereerden, alhoewel men er wel achterkwam dat, hoe meer samenhang men in kaart bracht, diezelfde samenhang toch wel iets gecompliceerder in elkaar stak. Maar daar had men bij de inrichting van dit museum nog geen last van. Alles wat de Engelsen, wereldwijd, vonden, werd geclassificeerd, gerubriceerd en beoordeeld. Als wetenschappelijke Sherlock Holmes-personages, trokken de wetenschappers door de wereld (en dat was feitelijk allemaal Engeland in die tijd) en brachten talloze artifacten mee naar hun universiteit. Een ware wedrace over wie de meest exclusieve en authentieke object wist te bemachtigen, barste los. In die tijd was het blanke ras nog superieur, dus men vermoeide zich in het geheel niet met vragen of het allemaal wel kon: het tentoonstellen van afgehouwen hoofden uit Nieuw Guinea of de huid met tatoeages uit Papoea. Het museum herbergt zo tal van artefacten die op het randje van betamelijk zijn, ze vertegenwoordigen echter toch ook weer een manier van denken waar we nog niet geheel van zijn bevrijd.
Het kent ook zeer opvallende verzamelingen. De mooiste vond ik wel de vitrine met "friendly magic". Een bonte verzameling van over de hele wereld van objecten waarmee mensen ooit het kwade wilden afschrikken, ziektes wilden bestrijden en de zegen wilden afdwingen. Zo lag er een, wat we nu kennen als een versteend achterlijf van een inktvis. Vroeger beschouwde men dit echter als een bovennatuurlijk object en het steen werd vermalen: dat hielp tegen allerlei ziektes. Wie weet, hielp het ook nog. Er tegenover was een vitrine met minder vriendelijke magie, waaronder een ketting van hanenveren, welke kruisgewijs in een dik stuk touw waren gestoken. Dit trof men aan in het raamkozijn van een oude vrouw ergens in Amerika: het was bedoeld om de melkproduktie van koeien te stoppen en ook verspreidde het dodelijke ziekten....
Zoals ik al zei: het was een overzichtelijke wereld: heksendom werd teruggebracht tot een verzameling in een vitrine. Het was een kwestie van bestuderen, duiden en rubriceren. Het doel was ongetwijfeld om bijgeloof en magie te verbannen, maar voor mij was ze weer even voelbaar toen ik de voorwerpen bekeek.