vrijdag 25 november 2016

Gewoon boos.




"Iedereen is boos! Studenten, ouderen, ouders van kinderen....echt, iedereen is boos."

Daar werd ik toch wel even stil van. Ik keek mijn vrouw van opzij aan:

"Hoeveel boze mensen heb jij vandaag ontmoet?"

Ze haalde haar schouders op.

"Ben jij overigens boos?"

Dat was ze niet. Ik keek wat mismoedig voor me uit.

Ik ook niet.

Ik moet toch iets missen. Ben ik dan blind of doof of gewoon een sukkel? Ik kon het geen van alle echt uitsluiten....maar mijn vrouw? Ik keek nog even steels naar het televisiescherm, maar Paul Witteman meende het echt. Fascinerend, hij had het eerder meegemaakt en toen waren Henk Spaan en Harry Vermeegen in hun televisieprogramma al tevergeefs op zoek geweest naar "de gewone man".

Dus de gewone man is boos?

Of bedoelt hij dat boosheid bij de gewone man hoort? Boos is gewoon? Nou ja, als echt iedereen boos is, dan is boosheid inderdaad gewoon. Ik kon de logica wel weer inzien. Toch leek Paul Witteman mij niet echt boos. Ook Matthijs van Nieuwkerk zat er ontspannen bij. Twee ongewone mannen. Maar....als zij niet boos zijn, dan is blijkbaar niet echt iedereen boos....

Ik bedacht me: ik was ook niet boos en ook mijn vrouw niet en wij beiden hadden de gehele dag geen boze mensen ontmoet. Dus blijkbaar zijn ook wij en al die tientallen mensen die we vandaag waren tegengekomen allemaal ongewone mensen.

Dat is wel een beetje wennen.

Ik beschouw mezelf niet als erg ongewoon. Ik ben nogal gemiddeld. Je zou kunnen zeggen, gewoon. Maar niet boos en dat zou er blijkbaar wel bij horen.

Ik begon aan te voelen dat ik er niet goed uit zou komen.

En nee, ik werd nog steeds niet boos.

woensdag 16 november 2016

Trouw tot aan mijn dood



Ik geef het toe:

het was zwakte.

Vorige week hoorde ik op de radio dat het de "week van de krant" van de krant zou zijn. Alle landelijke kranten waren gratis gedurende een proefperiode van 8 weken te lezen.

Ook de Trouw.

Nu lees ik reeds de Volkskrant en de NRC,maar de Trouw daar was ik toch ook nieuwsgierig naar.

Ik nam dus een proefabonnement. Voor 8 weken. Digitaal, dagelijks en gratis.

Ik opende de doos van Pandora...

Het duurde nog geen 10 minuten of ik kreeg via de mail alreeds een eerste aanbieding binnen.Omdat ze mij zo'n verstandige man vinden. Omdat ik zo verschrikkelijk aardig ben. Omdat ik een proefabonnement op Trouw heb genomen.

Dit patroon herhaalde zich, ik ben nu drie dagen verder, dagelijks.

Vandaag opnieuw: een aanbieding die ik niet kan afslaan. Van Trouw. En, jawel de druk wordt blijkbaar opgevoerd, deze was alleen vandaag geldig.

Tot zover het mailbombardement.

Mijn vrouw vroeg me gister of ik misschien een abonnement op Trouw had genomen. Op de haar bekende "tussen neus en lippen door"- manier.

Dat betekent: oppassen.

Ik moest het toegeven. Een proefabonnement. Gratis, 8 weken.

Ze zweeg even.

"Dat betekent dus dat ik sinds drie dagen dagelijks door iemand van Trouw wordt gebeld..."

Voor mij voldoende reden om op de website van de Trouw naar een mailadres te zoeken. Ik wilde mijn verhaal kwijt.

Ze twijfelen zelf wat of ze de beste krant van Nederland zijn, maar in ieder geval zijn ze de verstandigste.

Geen mailcontact mogelijk. Nergens iets te vinden. Noppes.

Een postadres. Een telefoonnummer en dat is het dan.

Trouw permitteert zich om mij dagelijks, ongevraagd, via de mail te benaderen. Zelf wenst ze van dergelijke mailcontacten verschoont te blijven. Ik aarzelde over de telefoon. Het schrikbeeld van een bandje waarop eindeloos doorkiesnummers worden vermeld, het wachten totdat ik, ongetwijfeld één van de vele wanhopigen over al dat ongevraagde en ongewenste contact, aan de beurt zou zijn.

Zonder twijfel zijn de telefonistes voorbereid en zal ook dit gesprek alleen maar gaan over het binnenhalen van nieuwe abonnees. En of ze me nog ergens anders mee kunnen helpen? De klantvriendelijkheidstrainingen druipen er meestal van af. Ze drijven mij tot het uiterste.

Nog 7 weken en 4 dagen en dan ben ik weer verlost. Tenminste, ik zal dan nog zeker enkele dagen opdringerige telefoontjes moeten afslaan waarin het wederzijdse onbegrip tot grote hoogte zal stijgen.

Ooit was de leus: "wie twijfelt, kiest voor Trouw...."

Geen enkele aarzeling!


zondag 30 oktober 2016

Bericht voor meneer Cent op Schiermonnikoog....of niet



 Omdat mijn vrouw nog een pakketje wilde versturen, liepen we een winkel in waar we een sticker van "Postnl" op de deur zagen geplakt. Onze veronderstelling dat deze winkel tegelijkertijd een postkantoor zou zijn, werd al snel door de eigenaar aan flarden geschoten.

"Ik ben een pakketpunt...geen postkantoor..."

Hierdoor al enigszins onder de indruk, vroeg mijn vrouw of hij dan wel een pakketje voor haar wilde versturen.

De man pakte het pakketje zwijgend aan. Ergens onder de toonbank vandaan toverde hij een soort kartonnen mal. Terwijl hij ons doordringend bleef aankijken, haalde hij geroutineerd het pakketje door de mal heen.

"Hij past door een brievenbus."

Zonder enig benul van de diepere betekenis van deze melding, bleven wij hem sprakeloos aankijken.

"Die kunt u gewoon als brief versturen. Dat kost u minder aan postzegels."

Toch wel opgelucht, gaf mijn vrouw aan dat ze hem dan graag als brief verzenden zou. Maar dat ging te snel. De man was immers geen postkantoor maar een pakketpunt. Dus geen brieven.

Ik wilde het pakketje alweer aanpakken. Maar dat ging opnieuw te snel.

"U kunt er natuurlijk wel een pakketbrief van maken."

We keken elkaar besluiteloos aan. Het begon ons beiden wat te duizelen.

"Geen brief, maar wel een pakketbrief??"

Hij herhaalde zijn mantra: geen postkantoor, wel een pakketpunt.

"Ondanks dat hij door de brievenbus past?"

De man begon een ingewikkeld betoog over Postnl, door hem consequent de maffia genoemd. In zijn verhaal kwam ene meneer Cent naar voren die een brief naar Schiermonnikoog wilde versturen en dat via Postnl deed.

Of juist niet.

Ik raakte de draad volledig kwijt.

Ik had géén idee wie meneer Cent was en wat een brief naar Schiermonnikoog met ons pakketje te maken had. Omdat de man het pakketje nog steeds in zijn handen had en steeds barser begon te praten, hield ik laf mijn mond. Ik lachte wat schaapachtig en keek mijn vrouw hulpeloos aan. Zij was overduidelijk al lange tijd afgehaakt.

"Ehm...nou, maakt u er dan maar een pakketpoststuk van...."

"Een pakketbrief, bedoeld u!"

Hij plakte een soort streepjescode op het pakketje. Nu wilde mijn vrouw het pakketje weer uit zijn handen nemen. De man deinsde verbijsterd terug.

"Ik dacht dat ik hem in de brievenbus moest gooien?", verontschuldigde mijn vrouw zich.

De man schudde zijn hoofd en wees verontwaardigd op de sticker met streepjescode.

"Nee, dat kan nu niet meer. Nu blijft hij hier."

Ietwat wankel verlieten we de zaak.

Mocht iemand van u een pakketje ontvangen dat door uw brievenbus past? Ik vermoed dat u dan op Schiermonnikoog woont. Of juist niet. En misschien heet u dan Cent? Enfin, het pakketje is dan in ieder geval verkeerd bezorgd.

Ik wens u succes met de retourzending.

maandag 26 september 2016

Ecce homo



Je kan hem op een heleboel manieren typeren.

Op een therapeutische manier: Karel is een man die conflicten het liefst ontwijkt en zich erg afhankelijk opstelt. Daarnaast heeft hij een sterke neiging tot externe attributie: hij legt de schuld altijd buiten zichzelf neer. Je kan al bijna de doelstellingen uit een hulpverlenersplan lezen.

Op een economische manier: Karel is nauwelijks in staat om zijn eigen broek op te houden. Zijn uitgaven zijn namelijk structureel hoger dan zijn inkomsten. Doordat hij gemakkelijk leningen afsluit, ook met onbetrouwbare partijen, dreigt hij financieel onder de rentelasten te bezwijken. Er komt echter geen rem op zijn uitgaven.

Als een vette roddel: Het is toch wat met die Karel....ondanks dat hij overal schulden heeft, gaat hij doodleuk een maand met de caravan op vakantie. En wat dacht je van zijn auto? Dat bakbeest moet toch onbetaalbaar zijn? Waar zouden ze het toch allemaal van doen? Hun buurman heeft hun hele huis verbouwd en hij heeft hier nog geen cent voor gekregen. Dan is het toch niet zo gek dat hij woedend bij Karel voor de deur met een knuppel loopt te zwaaien? En Karel? Die deed natuurlijk gewoon niet open.

Karel is gewoon een simpele ziel. Hij werkt al bijna 40 jaar in dezelfde opslag van een verhuurbedrijf. Hij is orderpicker. Nooit echt een opleiding gedaan. Hij is ook goedig: zijn kleinkinderen kunnen erop rekenen dat Karel en zijn vrouw hen enorm verwennen: fietsjes, wandelwagentjes, poppen, kinderkleertjes, ze hoeven maar te piepen en ze krijgen het.

Karel houdt ook van gezelligheid: de kinderen, hun partners en de kleinkinderen eten zo'n 4 dagen per week bij Karel en zijn vrouw thuis.

En natuurlijk, er is geen sprake van dat de kinderen iets moeten betalen. Dat doe je gewoon niet, als trotse ouders.

De vrouw van Karel zit er op precies dezelfde wijze in. 

Karel weet het financieel steeds net te redden: ieder jaar betekent de teruggave van de hypotheekrente door de belasting en het storten van het vakantiegeld, dat de verschillende opgelopen schulden weer kunnen worden afgelost.

Waarop de hele geschiedenis weer opnieuw begint.

Maar nu groeit het Karel boven zijn pet. Hij is in paniek. In een opwelling, het zijn altijd opwellingen, heeft hij een buurman gevraagd om zijn huis te verbouwen: nieuwe keuken, een uitbouw en nog wat kleine klusjes. Dat heeft de buurman gedaan.

En nu wil hij betaald worden.

Zoals afgesproken.

Karel heeft het geld niet. Het vakantiegeld en de teruggave van de hypotheekrente zijn al uitgegeven aan de aflossing van andere schulden.

En nu begint alles uit de hand te lopen.

Karel probeert het op te lossen, op de wijze zoals hij meer problemen oplost: hij doet net of ze er niet zijn. Hij negeert ze.

Hij gaat gewoon op vakantie.

Hij blijft gewoon in zijn te grote auto rijden. Dat wil zeggen: daar rijdt hij alleen in als hij met vakantie gaat: om de caravan te trekken. De rest van het jaar staat hij in straat weg te roesten: er is geen geld voor benzine.

Ik had vanavond een afspraak met Karel. Door de voorruit kan ik zien dat hij op het plaatsje achter bezig is. Hij negeert mijn aanbellen. Dat houdt hij 5 minuten vol en dan komt hij naar voren.

Een verwilderde blik.

"Ja...sorry....het komt niet zo goed uit vanavond...."

Ik zie hem staan en realiseer me: zo kan je hem ook zien:

ecce homo.

zaterdag 17 september 2016

Nu!



Via een mij bekende twitteraar, Steven Geldof, kwam vanmorgen de boodschap:

"Meer geluk ervaren? Leef in het moment."

De tweet werd vergezeld van een link welke mij naar zijn Youtube kanaal leidde: Inspirerende Hutspot. Op dit kanaal publiceert hij korte filmpjes waarin hij, met verbazingwekkend minimale middelen, bij de kijker een grote glimlach op het gelaat tevoorschijn roept. Dat is knap.

Omdat we beiden uit dezelfde, Apostolische traditie komen, krijgt zijn boodschap, voor mij, ook deze dimensie. Het "nu" is immers een belangrijk begrip binnen het Apostolisch Genootschap. In de rijke en, vaak geheel eigen liederencultuur, is dit gegeven een belangrijk thema:

"Gods tijd is altijd nu" (zangkoorlied 27)
"Levenstijd, wonderlijk, weergaloos,
even en eindeloos.....nu!" (zangkoorlied 4)

Het zijn maar enkele voorbeelden.Steeds gaat het er om dat het nu bepalend is en dat jij, als mens, de macht hebt om dit bepalend te doen zijn. De optimistische gedachte is hierbij dan ook dat we, als mens, altijd in staat zijn om keuzes te maken.

Maar wat als deze gedachte niet blijkt te kloppen? Of, als deze gedachte slechts gedeeltelijk blijkt te kloppen?

Mijn moeder dementeert. Ze heeft een bijzondere vorm van dementie: haar geheugenfuncties blijven nog redelijk intact. Dat wil zeggen: ze herkent de mensen om haar heen. Haar korte-termijn geheugen is echter verdwenen. Ook haar begrip van tijd is volledig verloren gegaan.

Mijn moeder leeft volkomen in het moment. In het nu. Je zou zelfs kunnen zeggen: ze is gevangen in het nu.

Ik betwijfel sterk of zij hierdoor nu meer geluk ervaart.

Je kunt me natuurlijk tegenwerpen dat dit wel een extreem voorbeeld is (maar, hoezo eigenlijk?). Laat ik daarom nog een ander voorbeeld aanhalen.

Ik ben schuldhulpmaatje en begeleid mensen die diep in de financiële problemen zitten. Ook deze mensen leven van dag tot dag en, afhankelijk van de dreiging van deurwaarders, incassobureaus en andere schuldeisers, soms zelfs van uur tot uur. Ze weten soms 's ochtends werkelijk niet of ze die middag nog een dak boven hun hoofd hebben.

Deze mensen dromen niet. Ze vechten om te overleven. Nu, op dit moment, vandaag.

Of ze hier gelukkiger van worden?

Marco heeft al sinds zijn twintigste last van psychoses: op die momenten hoort hij vrijwel continu een stem die hem toeschreeuwt wat voor mislukt sujet hij eigenlijk wel is en dat de wereld beter af zou zijn als hij voor de trein zou springen. Marco wordt hier extreem angstig van. Zijn leven is een trieste aaneenschakeling van zwerven over straat, opgepakt worden door de politie, opname in een psychiatrisch ziekenhuis en weer de straat op geschopt worden.

Ook voor Marco geldt: hij heeft géén idee hoe de dag van morgen er voor hem uit komt te zien. Ook hij leeft van dag tot dag. In het "nu".

Voor al deze mensen, of het nu mijn dementerende moeder is, degene die diep in de schulden zit of voor Marco: er is alleen nog maar een "nu" en geen idee over hoe het verder gaat. Er is geen of nauwelijks regie op het eigen leven.

Denk aan een drenkeling, midden op zee: eindeloos wordt je meegenomen door de stromingen en dein je mee met de golven. De uitgestrektheid van de zee maakt je leven uitzichtloos.

Dat is ook leven in het "nu".

Waar gaat het mij nu eigenlijk om?

Ik begrijp de boodschap over "leven in het moment". Ik begrijp ook dat we vaak in staat zijn om hier onze richting in te bepalen en dat het dan cruciaal is op basis waarvan je keuzes maakt. Voor mij geld steeds meer: heb ik hierbij oog voor die ander? Accepteer ik dat mijn mededogen ook betekent dat ikzelf niet op de toppen van het geluk terecht zal komen omdat ik die ander nabij wil zijn?

Accepteer ik dat ook mededogen zijn prijs heeft?

vrijdag 19 augustus 2016

Niet Pluis



De alzheimervereniging noemt het een "niet-pluis" gevoel. Die term is een echte voltreffer. Het begint namelijk sluipend.

Druppelsgewijs.

Een kleine verspreking.

Kan gebeuren.

Eén van de kinderen verwarren met een broer.

Kan de besten overkomen.

Het leidt soms tot een even bevreemd optrekken van de wenkbrauwen. Maar het is ook zomaar weer voorbij en daardoor snel weer vergeten. Pas als de verwarring ook bij die ander, in dit geval mijn moeder, toeslaat, is het eigenlijk al te laat.

En dan blijft die knagende puzzel: wanneer hadden we het kunnen zien? Wat heeft ze er zelf van opgemerkt? Is ze ongerust geweest? Bang? Of heeft deze sluipmoordenaar ook een milde kant en slaat hij zo toe dat je het zelf nauwelijks in de gaten hebt?

Mijn moeder heeft in ieder geval nooit laten blijken dat ze in de gaten had dat haar lijf, haar hersenen haar in de steek lieten.

Zeker, ze was tijden lang boos en opstandig. Maar dan hadden steeds anderen het gedaan. Voor haar leek het of de wereld gek werd.

Soms, heel soms, leek ze angstig en ook wel erg verdrietig. Maar toen kon ze het al nauwelijks meer verwoorden.

Mijn moeder lijdt aan semantische dementie.

Alle begrip voor taal, voor woorden is, in haar situatie, in hoog tempo aan haar ontsnapt. Haar zinnen werden onbegrijpelijk, zoals wij, voor haar, steeds meer moeten zijn gaan raaskallen.Ons rest nog een blik, een aai of een liefkozing. Taal kan ons niet meer verbinden. Het is haar ontglipt en toen we dit doorhadden was haar wereld al totaal veranderd.

Afgelopen week reed ik 's ochtends vroeg naar mijn werk. Ik dacht na over een televisieprogramma dat ik de avond ervoor had bekeken. In mijn hoofd vormt zich taal en opeens stokte dit proces. Ik probeerde me een woord te herinneren.

Het lukte me niet.

Een doodgewoon woord. Ik kon synoniemen bedenken of woorden die ongeveer eenzelfde strekking hebben. Ik wist heel zeker dat het met "af..." begon en ook daar kon ik allerlei varianten op bedenken. Ik kon het omschrijven.....

maar dat specifieke woord...

Ik pijnigde mijn hersens, maar het lukte me niet. Ik begon de zin hardop uit te spreken en hoopte dat het woord als vanzelf over mijn lippen zou rollen. Het gebeurde niet.

Toen ik een half uur later mijn werk binnenwandelde, was het woord nog steeds voor mij verborgen. Het leek wel of er een gordijn voor hing en ik hoefde het alleen maar open te trekken.

Door mijn werkzaamheden, verdween de zoektocht naar de achtergrond. De oplopende benauwdheid zakte langzaam weg.

Die middag reed ik naar huis en spontaan schoot het in mijn gedachten:

"Aflevering"...

Sinds die dag ontkom ik er niet aan. Iedere dag denk ik even heel nadrukkelijk:

"Aflevering."

En steeds haal ik even opgelucht adem.

zondag 14 augustus 2016

Doolhof voor volhouders.



Mocht u zich een keer vervelen, dan heb ik de perfecte invulling voor de rest van de dag voor u!

Probeer eens een abonnement op een mobiel bij de KPN via de digitale snelweg op te zeggen.

Dat vraagt vernuft, inzicht maar vooral doorzettingsvermogen....heel veel doorzettingsvermogen.

Afgelopen week kreeg ik van KPN een juichend mailtje: één van onze abonnementen voor mobiel bellen, liep af en nu mocht ik een NIEUW toestel uitzoeken. Om mij een beetje op weg te helpen, had KPN vast enkele toestellen voor mij uitgezocht. Omdat dergelijke apparaten tegenwoordig vooral status vertegenwoordigen, is er feitelijk geen enkel verband meer met de functies die het heeft. Ik kwam dus terecht in een soort metataal over Mb's, gigabytes, en meer van dat soort onbegrijpelijke termen. De plaatjes hielpen mij niet verder: ze lijken allemaal sprekend op elkaar. Het bleef voor mij dan ook duister waarom bij het ene toestel de abonnementsprijs gelijk bleef en bij vele andere de prijs verder omhoog ging. Opvallend was dat nergens de prijs omlaag ging.

Ik dwaalde wat rond, maar kon geen keuze maken. Mijn vrouw keek mij aan en vroeg:

"Hebben we wel een nieuw abonnement nodig?"

Verbluft keek ik haar aan. Het was zo simpel: nee, natuurlijk niet. Het toestel lag het grootste deel van zijn tijd ergens in een kast. Het was een overblijfsel uit de tijd dat ook onze kinderen nog op dezelfde digitale snelweg liepen als wij, maar zij hebben inmiddels hun eigen afslagen genomen.

Deze wending in de situatie bleek bij KPN vrijwel ondenkbaar. Ik moest tenminste goed zoeken naar de mogelijkheid op hun website om abonnementen stop te zetten. Ook de website ( "Mijn KPN") is volledig ingericht op meer, onder het mom van "wij helpen u". Toen ik er zo eens doorheen bladerde, raakte ik werkelijk onder de indruk van de slim opgezette fuiken die onnozele halzen, zoals ik, steeds dieper KPN-land introkken tegen steeds hogere prijzen. Zoals het bij fuiken hoort: de weg terug is niet of nauwelijks te vinden.

Om te beginnen verwent KPN haar klanten met allerlei voordeeltjes als deze klanten meer en meer KPN-produkten van hen afneemt: televisie, telefoon, internet, mobiel. Als je er een bouwsteentje van af haalt, vervallen ook direct de voordelen.

Ik ben al gebeld door een strenge dame die me hier op heeft gewezen.

Oeps.

Maar goed. Ik recht mijn rug en ga stug door.

Doorzettingsvermogen, ik zei het toch?

Op de pagina van het betreffende mobiele abonnement, staat schreeuwerig "uw abonnement is verlengbaar!". Dat het hierdoor ook "niet verlengbaar" is, wordt niet vermeld en waar ik ook op klik: ik kom steeds weer terecht in de wondere wereld van nog grotere en snellere mobiele telefoons.

Ik zoek verder.

Ik klik eens op "mobiel abonnement"....ik kom op een pagina waarin mij advies wordt gegeven welk abonnement het beste bij mij past. Ik speur door de vragen heen en begrijp dat de uitkomst nooit zal zijn "een abonnement is in uw geval volstrekt zinloos".

Ik druk eens op "service".

Ahaaa, dáár bevindt zich een knop "online opzeggen". Ik klik deze aan. Maar dat gaat zomaar niet. Er verschijnt een pagina waarop een tekst waaruit blijkt dat KPN echt liever heeft dat je belt...Ze zijn de beroerdsten niet en bieden aan om mij te bellen: alleen maar even mijn telefoonnummer invullen en ze bellen direct.

Mwah....

Ik scrol verder en vind toch ook nog een knop "opzeggen KPN Mobiel". Opnieuw klik ik en kom op een nieuwe pagina waarop mij wederom wordt aangeboden om eens een goed gesprek over mijn onvoorstelbare besluit te hebben. Voor de zekerheid geven ze vast een aantal argumenten waarom ik eigenlijk bedoel dat ik natuurlijk wil blijven en, jawel, ik krijg vast een concrete aanbieding voor het verlengen van mijn abonnement met NIEUW toestel.....ik hoef alleen maar even te klikken op de knop.

Mwah....

Stug doorscrollend kom ik onderaan de pagina weer een knop tegen om online op te zeggen. Ik vraag me af hoe vaak ik nog een dergelijke knop moet aanklikken, maar, vooruit, daar gaan we weer...

Dat is verrassend.

Er komt nu niet direct een nieuwe pagina, maar er verschijnt een tekst:

"Toch liever online opzeggen? Vul daartoe het online opzegformulier in". Met opnieuw een knop "online opzeggen".

En daar is-t-i dan: het online opzegformulier....

Nadat ik nog verschillende keren heb bevestigd dat ik echt, werkelijk waar, heus, echt, echt, ECHT dit abonnement wil stoppen, geeft KPN zich gewonnen: het opzeggen wordt via een mail bevestigt.

Ik moet wel ergens mijn telefoonnummer invullen, dus dat zal wel het onvermijdelijke telefoontje worden met een slaperige, ongeïnteresseerde student achter een help-desk....of ik alles wel goed heb doordacht.

De volgende dag open ik nog een keer "mijn KPN".....opnieuw schreeuwt mij de tekst tegemoet dat ik mijn abonnement op KPN mobiel kan verlengen en dat ze prachtige voordelen voor mij hebben geselecteerd. Ze willen het gewoon niet geloven.

Enfin....

Mocht u hierna nog tijd over hebben:

Probeer eens van uw abonnement op uw staatslot af te komen.

Nabericht:
Een week later was het dan zover: telefoon.

Een, overigens bijzonder vriendelijke dame (hier moet ik mijn vooroordeel prijsgeven), vroeg mij nog eens voor alle zekerheid of ik echt, werkelijk de juiste beslissing had genomen.

Dat had ik.

Ze drong niet aan.

Wel vroeg ze me nog eens zo ongeveer alle details van mijn privégegevens: dat was bedoeld als klantenverificatie. Dus braaf somde ik mijn naam, mijn adres, mijn telefoonnummer, mijn geboortedatum op. Ze twijfelde nog steeds dus uiteindelijk riep ik ook nog eens de laatste drie cijfers van mijn bankrekeningnummer.

Het verlossende woord werd gesproken: uw abonnement wordt ontbonden.

Dank u.

zondag 24 juli 2016

Noorderlicht



Saskia blijkt een verdrietige vrouw. En daar heeft ze alle reden voor. Binnen een jaar tijd zijn zowel haar dochter als haar man overleden. Ze zit maar wat hoofdschuddend op de bank en kan het al maanden niet geloven.

Saskia heeft jarenlang voor haar man, Willem, een nierpatiënt, gezorgd. De laatste jaren was hij bedlegerig, voortdurend moe en hij moest meerdere keren per week naar het ziekenhuis voor een dialyse. Hij was over de zestig, verstokt roker en veel te zwaar. Hij hoefde niet te rekenen op een donornier; statistiek heeft nu eenmaal berekent dat hij ook met een nieuwe nier weinig kans van leven heeft. Willem ging dus dood.

Maar tot verbijstering van beiden ging eerst hun dochter. Een jonge meid die nog maar net een jaar op zichzelf woonde. Niemand die kan vertellen wat haar fataal is geworden. Iemand van haar werk vond haar in haar keukentje toen ze niet kwam opdagen. Dood. Zomaar.

Zij bleek ook een flinke schuld te hebben opgebouwd. Die kregen Saskia en Willem dus voor hun kiezen. Ze wisten dit noodlot van zich af te wenden door afstand te doen van de erfenis. Dat betekende echter dat ze geen toegang meer kregen tot alle persoonlijke spulletjes van hun dochter: dagboeken, foto's, brieven, het verdween allemaal in de vuilcontainer.

Bovendien duurde het nog wel even voordat de schuldeiser, het UWV, had begrepen en geaccepteerd dat er bij Saskia en Willem geen geld te halen was. Dat betekent concreet: steeds opnieuw aanmaningen en dreigingen en telefoontjes en doorverbinden en opnieuw uitleggen en een week later toch weer een nieuwe aanmaning en dat wekenlang door.

Willem ging niet lang hierna. Toen Saskia het matras van het bed waar hij maanden op had gelegen, weg tilde, vond ze hele stapels ongeopende enveloppen. Rekeningen. Heel veel onbetaalde rekeningen. Aanmaningen. Brieven van deurwaarders.

De bank geeft iedere maand opnieuw aan dat er onvoldoende saldo is om de hypotheek te betalen. Het lukt Saskia om maandelijks voldoende geld bij elkaar te schrapen om de hypotheek te betalen.

Maar de bank blijft zeuren.

Saskia zit dus somber op de bank en vraagt zich af hoe ze hier ooit nog uit gaat komen. Ze is erg bang dat ze op enig moment haar huis kwijt raakt en dan op straat staat. Ze komt niet eens aan het rouwen om haar Willem en haar dochter toe, klaagt ze.

Saskia heeft een groot geluk.

Ze heeft familie die zich haar lot aantrekt. Een groot deel van haar schulden wordt overgenomen. Dat geeft rust. Althans, het dringt allemaal niet erg tot Saskia door, zij blijft lamgeslagen op haar bank zitten.

Haar zoon weet dit te doorbreken.

Hij maakt deel uit van een sportclub en ook Saskia en Willem hebben hier hun halve leven vrijwilligerswerk gedaan. Met vrienden van de club houdt zoonlief een geldinzameling.

Willem wilde namelijk graag dat zijn as zou worden verstrooid onder het Noorderlicht.

Saskia heeft geen idee hoe ze dit zou moeten realiseren.

Haar zoon beseft dat het in ieder geval geld gaat kosten.

Geld dat er niet is.

Vandaar, een inzameling.

Op een donkere winteravond staat hij met al zijn vrienden voor de deur. Ze dragen allemaal een brandend kaarsje.

Saskia gaat diezelfde week nog naar het hoge noorden. Met een arrenslee zal ze door de sneeuw naar het Noorderlicht rijden. Willem staat naast haar, net als haar dochter. Zij zullen door de lucht richting het Noorderlicht dwarrelen.

Nagestaard door Saskia.

De ondergang van een journalist




Hij woonde tijdelijk bij zijn moeder en wilde daarom ergens in de stad afspreken. We spraken elkaar in een koffietent in het centrum.

Jaap blijkt een magere jongeman met een grote bos krullend haar. Hij heeft een sympathieke uitstraling alhoewel hij ook merkbaar nerveus is. Dat laatste blijkt een karaktertrek: hij blijft wat trillerig en ook blijft hij gejaagd spreken.

Jaap is journalist. De laatste jaren heeft hij echter zijn geld verdiend op de administratie van een uitgeverij. In zijn vrije tijd klust hij soms bij als fotograaf en hij schrijft stukjes voor een lokaal sufferdje. Hij heeft geen relatie en weinig vrienden. Hij is meer, zo zegt hij zelf, een "einselgänger".

Dat is allemaal niet de reden dat wij elkaar hier treffen.

Jaap zit diep in de schulden. Door zijn werk bij de uitgeverij en doordat zijn baas hem heeft gezegd dat de tijdelijke baan een vaste zou worden, heeft Jaap de sprong gewaagd: hij heeft een huis gekocht. Dat is in de periode dat banken nog heel erg met je meedenken als de financiering wat moeizaam is. Dat meedenken ging echter, zo ontdekte Jaap ook, precies door tot het moment dat hij zijn handtekening onder de contracten heeft gezet. Toen hij behoefte kreeg aan een bank die met hem meedacht, gaf diezelfde bank niet meer thuis. Jaap krijgt namelijk toch geen vast contract. Sterker, Jaap raakt zijn baan kwijt en kan geen ander werk meer vinden. De crisis heeft namelijk inmiddels stevig in ons land toegeslagen.

De problemen nemen snel toe: hij kan de hypotheek niet meer betalen, hij kan de premie van de zorgverzekering niet meer betalen, hij kan op het laatst zelfs niet meer zijn dagelijks eten betalen. Jaap zwerft in die periode 's nachts over straat, op zoek naar (plastic) flessen, waarvan hij het statiegeld kan innen en naar alle resten die wij, beter bedeelden, achteloos in de vuilnisbakken gooien. Zo heeft hij het nog een paar maanden uitgehouden.

Jaap raakt de regie op zijn leven volledig kwijt.

Zijn huis wordt door de bank via een veiling verkocht. Ze bracht natuurlijk maar een fractie op van de werkelijke waarde. Geld is geld, zo denkt de bank die niet langer meer meedenkt en presenteert Jaap de zure rekening: bijna € 100.000 staat er na de verkoop nog aan schuld open.

Dat brengt Jaap nooit meer op.

Jaap zit op deze manier de rest van zijn leven in de schulden.

Jaap is nog geen veertig jaar oud.

Ook de zorgverzekeraar doet mee: Jaap kan zijn premie niet betalen, dus Jaap wordt aangemerkt als wanbetaler. Ook hier denkt men niet mee: Jaap moet zijn premie voortaan betalen aan het Nederlands Zorginstituut en krijgt bovendien maandelijks nog een boete bovenop het premiebedrag. Deze hogere premie is echt een boete: je lost er de opgebouwde schuld niet mee af, die blijft gewoon open staan. Met een beetje pech wordt hier een deurwaarder op gezet die je ook nog eens achter je broek aan gaat zitten.

Waarom krijgt iemand een boete? Omdat iemand iets doet wat niet mag en daarvoor gestraft moet worden. Onze staat kent geen mededogen, we hebben met ons allen lang genoeg geroepen dat het maar eens afgelopen moet zijn met al die profiteurs, dus iets domweg niet kunnen is momenteel gelijk aan niet willen geworden. Een boete dus (Da's logisch, zou Cruijff hebben toegevoegd).

Jaap wordt zijn huis uit gezet en trekt, wanhopig, in bij zijn hoog bejaarde moeder in haar kleine tweekamerappartement. Zijn moeder woont echter in een andere stad. Jaap probeert een uitkering aan te vragen, maar dat mag niet: hij moet de uitkering aanvragen in zijn eigenlijke woonplaats. Daar heeft hij geen adres meer. De gemeente waar zijn moeder woont wil hem niet inschrijven, want hij woont in een appartement die niet voor twee personen is bedoeld. Bovendien: hij moet zijn identiteitspapieren hebben en die zitten in een doos met spullen die ergens door een deurwaarder zijn opgeslagen en daar komt hij niet zomaar bij.

Jaap weet niet goed hoe zijn schulden zijn opgebouwd: alle papieren zijn in dezelfde opslag.

Hij ziet er tegen op om hier in te duiken. Tot op heden heeft hij alleen maar de deksel op zijn neus gekregen en is hij van het kastje naar de muur gestuurd. Jaap gelooft niet zo erg dat er nog mensen zijn die hem willen helpen.

Lang verhaal kort: hij krijgt toestemming om zijn papieren op te halen. Doordat hij zijn identiteitspapieren heeft, bestaat hij weer voor onze systemen en bovendien krijgt hij van de verhuurder van het appartement van zijn moeder een schriftelijke verklaring dat hij een jaar lang bij zijn moeder mag komen wonen. Inmiddels zijn er wel weken met telefoontjes en afspraken overheen gegaan en zijn de schulden van Jaap alleen maar toegenomen.

Op het moment dat hij zijn uitkering denkt te gaan ontvangen, duikt er een deurwaarder tussen en die legt beslag op het geld.

Dat mag niet: een deurwaarder moet rekening houden met het simpele gegeven dat ook een schuldenaar moet wonen en eten: hij moet hiervoor geld overhouden. Veel deurwaarders trekken zich hier niets van aan en nemen gewoon al het geld af. Jaap laat dit er niet bij zitten en bestookt de deurwaarder met brieven. Die geeft uiteindelijk toe.

Dan zijn er weer kostbare weken verloren gegaan en is de schuld opnieuw opgelopen.

Jaap woont inmiddels in een tentje. Het is bij zijn moeder niet uit te houden. Soms kan hij tijdelijk in het huis van een vriend wonen, wanneer deze op vakantie gaat.

We zijn eindelijk zover dat we het pad naar de schuldhulpverlening op kunnen gaan. Als dat lukt, dan kan Jaap in drie jaar van zijn enorme schuld af zijn. Dan heeft hij nog een heel leven voor zich.

Maar het lukt niet.

Jaap haakt na enkele afspraken af. Hij komt niet meer opdagen en reageert niet meer op mails of telefoontjes.

Jaap zwerft nu door Nederland.

donderdag 7 juli 2016

De zwarte lijst.



In een studie uit 2013 naar de zorg voor dementerenden in verschillende Europese landen, waaronder ook Nederland, kwam Nederland (opnieuw) opvallend positief naar voren ("Dementiezorg in Europa"; Jan Hamers e.a.; tijdschrift voor verpleegkundig experts no 3 2014): de kwaliteit van leven werd door zowel dementerenden als hun mantelzorgers positief beoordeeld, er was weinig sprake van decubitus (doorligplekken), in de Nederlandse verpleeghuizen is (in vergelijking met de andere Europese landen) weinig sprake van vrijheidsbeperkende maatregelen, er worden minder psychofarmaca voorgeschreven. Kortom, Nederland doet het, in internationaal opzicht, goed. Nog een opvallend resultaat uit dit onderzoek: de kwaliteit van leven thuis of in een verpleeghuis werd, door zowel dementerenden als mantelzorgers, nauwelijks verschillend ervaren.

Ik vermoed dat op dit ogenblik niemand wil horen van dit onderzoek. Het staat volkomen haaks op het beeld dat de afgelopen dagen wederom is geschetst over de kwaliteit van onze ouderenzorg.

Bovendien, ik ben verdacht. Ik ben bestuurder in deze sector. En om de één of andere wonderlijke reden is mijn dagelijkse betrokkenheid bij ouderen vanuit de rol die ik heb, tegenwoordig eerder verdachtmakend dan dat mijn oordeel als deskundig wordt gewaardeerd. Ik neig dus tot bescheidenheid in het naar voren brengen van mijn mening.

Misschien helpt het als ik er aan toevoeg dat ik ook mantelzorger ben: mijn moeder woont sinds een half jaar in een verpleeghuis.

Dus ja, ik begrijp Hugo Borst en zijn ingezonden brief.

En natuurlijk begrijp ik het dat een onderzoek zoals hierboven aangehaald helemaal niets zegt als jouw vader of moeder of partner niet de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft.

Ondertussen grijpt iedereen zijn kans om zijn of haar stokpaardje te bereiden. De beroepsvereniging van de verpleeghuisdokters, Verenso, brengt naar voren dat het welzijn en het wonen teveel aandacht heeft gekregen: de kwaliteit van de behandeling is daardoor teruggelopen. Eén van de ouderenbonden roept alle inmiddels uitgetreden verpleegkundigen op om zich, per direct, weer beschikbaar te stellen voor de ouderenzorg. Ze gaan hierbij volledig voorbij aan het feit dat juist verzorgenden zich de laatste jaren hebben ontwikkeld tot dé professionals in de begeleiding van ouderen...Het LOC, de cliëntenorganisatie, roept nog maar weer eens dat we te ver zijn doorgeschoten in alle regels en protocollen: we moeten weer aandacht krijgen voor het welzijn van de ouderen. En ja, SP en PVV bereiden het budgetpaard: er moet meer geld in de zorg worden gepompt en alle, dure, managers moeten er uit.

Maakt u er maar chocolade van....

Tegelijkertijd beginnen ook de berichten binnen te komen van betrokkenen uit de verpleeghuizen die op de "zwarte lijst" zouden staan: ze staan er helemaal niet op of bewoners, mantelzorgers en medewerkers roepen massaal dat de zorg echt niet verkeerd is in dat huis.

Op social media wordt het ene na het andere, verontwaardigde bericht gedeeld...

Kortom, alles en iedereen is weer volop in beweging....

Zonder cynisch te zijn, maar hoe velen zullen morgen het plaatselijk verpleeghuis betreden om zich als vrijwilliger aan te bieden? Of besluiten in de ouderenzorg aan het werk te gaan?

Want dat is waar het óók om gaat: we zijn immers enkele decennia geleden begonnen om onze oudere medemens te verplaatsen naar professionele instituten. Dat was in een tijd dat we nog volop konden genieten van de naoorlogse welvaartsgolven. Inmiddels vergrijst ons land en neemt het aantal ouderen hand over hand toe en het aantal mensen dat in staat is om hen professioneel te verzorgen neemt af: de gemiddelde leeftijd van de medewerkers in mijn organisatie ligt dicht bij de 50... en wij zijn niet uniek....De zorg wordt op deze wijze onbetaalbaar en bovendien zijn we gaan ontdekken dat ouderen het liefste gewoon thuis willen blijven wonen... zorg in een verpleeghuis, hoe goed ook georganiseerd, is nu eenmaal anders dan wanneer vader of moeder gewoon thuis woont...

Dit levert weer hele andere dilemma's op: kinderen die mantelzorger zijn, buren op wie een beroep moet worden gedaan, kleinkinderen die zo nu en dan voor opa en oma een maaltijd bereiden...terwijl diezelfde kinderen vaak kilometers ver weg wonen, wij onze buren nog maar nauwelijks kennen en we massaal gestopt zijn deel uit te maken van bv een kerkgemeente....we hebben onszelf geïsoleerd...

En dan is de enige uitweg toch vaak dat verpleeghuis.Datzelfde verpleeghuis dat steeds meer afhankelijk wordt van, gelukkig vaak zeer betrokken vrijwilligers.

Blijft toch het goede nieuws dat we het uiteindelijk echt niet zo slecht met elkaar doen.

Laten we dat alsjeblieft ook zo nu en dan tegen elkaar zeggen...

donderdag 12 mei 2016

Tafereel





“Ik ben het eigenlijk wel zat…ik stop er mee…”

De man keek me lichtelijk verontwaardigd aan. Hij veegde nerveus met zijn handen over zijn kalende hoofd. Op zijn voorhoofd parelden zweetdruppels.

“Ik ben nu al drie dagen aan het werk. Het is wel mooi geweest… ik ga nu naar huis.”

Hij bleef mij besluiteloos aankijken.

Ik vroeg hem waar hij dan al die dagen zo hard mee bezig was geweest.

“Nou…eh…”

Hij wees wat vaag richting de lift, maar maakte zijn zin niet af.

De man was minstens tachtig. Zijn hemd hing uit zijn broek en zijn bril was op het puntje van zijn neus gezakt. Hij begon wat ongeduldig te trappelen, maar bleef wel staan.

Achter mij hoorde ik mijn moeder:

“Ja, het is wel moeilijk…ja”

Zoals meestal na een dergelijke zin, zat ze zachtjes met haar hoofd te knikken en keek in een verte die voor mij al maanden niet meer zichtbaar is. Ze pakte een beker die leeg voor haar stond en zette deze met een resoluut gebaar op het midden van de tafel.

De man beaamde de woorden van mijn moeder:

“Precies, het is gewoon moeilijk.”

Hierna draaide hij zich om en liep de huiskamer uit. Mijn moeder had mij weer gevonden met haar blik en glimlachte naar me. Het knikken ging langzaam over in traag schudden met haar hoofd. Ik pakte haar hand maar die trok ze weer los.

“Nee, niet doen. Voorzichtig…”

We vielen allebei stil. Aan de tafel bij het raam zat een vrouw te vitten op een man tegenover haar.

“Je moet van die koekjes afblijven, die zijn voor iedereen.”

De man keek de vrouw met een stralende lach aan en stak een volgend koekje in zijn mond. De vrouw stond geërgerd op en begon rond te lopen. Ze scharrelde wat in de kastjes van een wandmeubel, maar kon duidelijk niet vinden wat ze zocht.

“Heeft u mijn cigaretten gezien?”

Die had ik niet gezien.

Ze bleef mopperen.

Ik stond op en pakte voor mijn moeder een glas sinaasappelsap uit de keuken.

zondag 1 mei 2016

Boefje




De advertentie was veel belovend. Mooie plaatjes van campers en de kop van een vriendelijk lachende man die ons uitnodigde eens langs te komen met onze camper: hij zou een mooie prijs bieden. Voor de zekerheid zocht ik nog even via de mail contact, maar de boodschap bleef hetzelfde: kom maar langs en dan komen we er wel uit.

Daar gingen we, naar Heinenoord. Met onze camper.

Het bleek een enorme zaak volgestouwd met caravans, campers en frutsels die dan weer nodig zijn om een vakantie met zo'n rijdende hut ook succesvol te maken.

Of we even wilden wachten. Dat duurde niet lang en toen zagen we de man van de foto op de advertentie al op ons afkomen. Hij nam geen tijd om met ons koffie te drinken, maar liep direct door naar de parkeerplaats waar onze camper stond.

"O jee, een Elnagh.... die staat bekend om zijn vochtproblemen..."

We begrepen zijn spel nog niet en verklaarden wat verbaasd dat we nog nooit vochtproblemen met onze camper hadden gehad. Hij negeerde deze opmerking en vroeg:

"Uit 2001?"

Nee, hoor, 2004. Ondertussen liep hij overal op de wanden te tikken. Ik vertelde ondertussen over verschillende extra's, zoals de schotelantenne met automatische zoeker, een goede televisie, maar hij leek het allemaal niet te horen. Totdat ik de airco benoemde:

"O, maar dan heb je zeker geen airco op de motor?"

Mij ontging de relevantie, maar inderdaad, de airco is een aparte unit.

Met een zorgelijk gezicht maakte hij zijn rondje rond de camper af. Hij wilde nog even binnen kijken. Dat ging snel.

"Tja, het is niet zo'n courante indeling..."

Onze camper heeft een 2 persoonsbed en een vierpersoons zitje. Wat hier precies incourant aan is, werd mij niet duidelijk, behalve dat "men" blijkbaar liever 2 1-persoonsbedden heeft.

Nou, wij niet. Overigens, de meeste campers in zijn zaak hadden ook een tweepersoonsbed, maar de markt kan natuurlijk snel veranderen. Ik ben geen deskundige op dit gebied.

Hij herhaalde nog maar eens de vochtproblemen die vaker bij dit soort campers voorkomt. Voor de volledigheid herhaalde ik dus nog maar even dat de camper geen vochtprobleem heeft en ook nooit heeft gehad.

Goed, hij hoefde nog nét niet naar de schroot, maar veel kon hij er toch niet van maken. Hij moest wel heul veul kosten maken om dit campertje nog verkoopbaar te krijgen.

Hij heeft nieuwe banden, nieuwe accu's, is motorisch prima in orde, het bed heeft een nieuw matras, alles werkt zoals het moet werken...ik keek hem maar vriendelijk aan. Ja, hij mocht wel een keer worden gewassen, dat was wel waar.

We hebben de camper maar weer mee naar huis genomen.

Boefje.