zaterdag 16 november 2019

Hoor wie klopt daar, kinderen ...?

Sinterklaas op een school in Castricum, plm. 1962


Ik was niet van plan om over Zwarte Piet te schrijven, maar een artikel in de Volkskrant bracht me op andere gedachten. Het artikel was een interview met Peter Lambert uit Castricum die na dit jaar stopt met de rol waar hij zich 12 jaar lang met hart en ziel voor heeft gegeven: de hoofdpiet.

Hij mag niet meer zwart zijn.

Maar meer nog: hij voelt dat hij de tijdgeest niet meer kan keren en heeft daarom besloten om een stap terug te doen. Zonder bitterheid of wrok: hij staat achter de man die hem volgend jaar gaat opvolgen, maar deze zal een roetveegpiet zijn en niet langer zwart.

Ergens vermoed ik dat als de vorige alinea over enkele tientallen jaren nog eens wordt nagelezen, er een diepgravende studie nodig zal zijn om nog enig begrip te krijgen voor wat hier nu eigenlijk staat.

Maar goed.

Dat is niet de rede dat ik hierover wilde schrijven. Dit komt door een opmerking die in het interview wordt gemaakt:

"Zijn oude kustdorp van pakweg veertig jaar geleden, is veranderd in een forensengemeente met ruim 35 duizend inwoners. Er is nu een ‘oud-Castricum’ en ‘nieuw-Castricum’. Het oude Castricum, dat is de Dorpsstraat met zijn kerktoren. Dat zijn de ‘Borstjes, de Beentjes en de Kerkhoffies’. In het nieuwe Castricum staan de nieuwbouwwoningen. Bevolkt door stedelingen op de vlucht voor de oververhitte huizenmarkt."

Dit is een bijzondere...

Ik ben in 1962 geboren in Castricum. Ik ben dus ongeveer een leeftijdsgenoot van Peter Lambert (hij is 61, ik ben 57 jaar oud). Mijn ouders waren afkomstig uit Amsterdam, wanhopig op zoek naar een betaalbare woning in een tijd dat er nauwelijks woningen voor starters waren. En ja, ik herken de Castricumse namen: Beentjes, Borstjes en Kerkhof...

Er wordt hier een (schijnbare) tegenstelling beschreven die dus al ruim 40 jaar bestaat: de oorspronkelijke dorpelingen versus de nieuwkomers uit de stad.

Het verschil is alleen...het werd in de periode dat ik opgroeide in dit dorp aan de kust, niet als tegenstelling ervaren. De wijken om het oude dorp heen vulden zich met mensen die afkomstig waren uit Amsterdam. En de meest mannen (zo was het in die tijd nog wel), werkten nog altijd in deze stad. En we vierden gezamenlijk de intocht van Sinterklaas en we zongen vol overtuiging over zijn knecht, zo zwart als roet...

Er was wel iets anders. Ik kan me niet herinneren dat er op mijn lagere school ook maar één kindje rondliep dat niet blank van huidskleur was. Er was er wel ééntje met vuurrood haar, Robert Bouman en tjonge, die heeft het geweten...Toen ik na 12 jaar van het dorp verhuisde naar de stad, Gouda, trof ik op de middelbare school één jongen die een donkere huidskleur had: een Molukse jongen uit Moordrecht.

Het is geen kwestie van een "oud-Castricum" en een "nieuw-Castricum". Dat is volstrekte nonsens want deze vermenging van mensen die oorspronkelijk uit het dorp afkomstig zijn en mensen die uit de stad kwamen, bestaat al ruim 50 jaar in Castricum. Er wordt hier een tegenstelling gecreëerd die helemaal niet bestaat. De hele discussie rond zwarte Piet heeft ook niets met tegenstellingen te maken: ze is het gevolg van het simpele feit dat door de tijdgeest onze samenleving is veranderd. We delen onze steden en dorpen met mensen die van over de hele wereld komen. Mensen die afkomstig zijn uit onze vroegere koloniën, mensen die we naar Nederland hebben gelokt omdat we arbeiders nodig hadden en mensen die het gewoon verkozen om in Nederland te komen wonen.

Kortom, zoals geschiedenis gaat en haar sporen in ons heden achterlaat. Kortom, de tijdgeest...

Zoals ook de stedelingen in Castricum zich mengden met de oorspronkelijke dorpsbewoners, gedurende alreeds ruim 50 jaar.

Het beeld dat wordt geschetst van de vroegere samenhorigheid, is vooral gebaseerd op een vals sentiment ("Vroeger had je één tennisvereniging, nu twee..."). Ik zat indertijd op een openbare lagere school (de Sokkerwei) en naast onze school was een school met de bijbel. Na schooltijd zocht ik met mijn vriendjes soms de leerlingen van die andere school op en volgde er een zielig potje schelden over en weer... En graaf eens een spaatje dieper naar de geschiedenis van bijvoorbeeld de verschillende voetbalclubs...het zijn er echt vele, ook toen er nog nauwelijks een stedeling in Castricum woonde: vooral gebaseerd op religieuze identiteit...

Wat overigens ook wel weer prettig was, want tegen wie moest je anders voetballen? Dat vervolgens een ieder zijn eigen club weer de beste vond...Tja...

Verschillende groeperingen in leefgemeenschappen, stedelingen/ dorpelingen; Rooms Katholiek/ protestants; werkvolk en studiebollen, het is van alle tijden en zijn zeker geen vanzelfsprekende bron van grote tegenstellingen en onderlinge haat en nijd. Het verschijnsel an sich kan dus nooit de oorzaak zijn van de huidige spanningen, maar wel de manier waarop we zelf met "die ander" omgaan en over hen denken en spreken.

De bal ligt echt bij mij zelf...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten