Vanmorgen was het aan mij om de laatste kerstinkopen het huis in te halen.
Ik moest naar de slager voor het gourmetvlees en de salades. Hiervoor hadden we al eerder via hun website een bestelling gedaan en volgens het mailbericht dat volgde, moest ik me om 10.15 uur bij hen melden. Dat wil zeggen, bij de achteringang. Ik stond dus 10.05 uur voor de geïmproviseerde stand.
Voor mij stond een oudere dame. Ze wist niet precies hoe laat ze haar bestelling had moeten ophalen en dat was een probleem. Het hele systeem was erop ingericht dat de combinatie van naam en ophaaltijd de medewerkers feilloos bij jouw bestelling deed terecht komen. De dame werd verzocht een stap opzij te doen zodat de volgende klant kon worden geholpen.
Dat was ik.
Ik kon de vrouw nu in het gezicht kijken en ik herkende Annelies. Annelies was, toen ik 25 jaar geleden in het ziekenhuis werkte, een collega van mij. Zij was hoofd neurologie en ik hoofd van de PAAZ. Door een reorganisatie begon er in het ziekenhuis een nieuwe wind te waaien. De verpleegkundig directeur verdween uit de organisatie. Hoofdverpleegkundigen werden managers (werkplekmanager!) en het ziekenhuis werd opnieuw ingericht op basis van de produktielijnen. Door stafafdelingen werden allerlei kostprijzen berekend en de organisatie zou voortaan volgens de laatste managementinzichten worden aangestuurd. Onze wereld zou voortaan door excel worden ingekaderd: een scherm vol grafieken en cijfers gaf de stand van zaken in de organisatie aan. We kwamen nog maar nauwelijks op de afdelingen.
Als hoofd van de PAAZ liep ik in een spijkerbroek en een erg wijde trui waarop bijvoorbeeld het koekiemonster was ingebreid. Maar die tijd was nu voorbij: managers liepen in pak of mantelpak. Ik leerde hoe je een stropdas moest strikken.
Zo niet Annelies. Zij bleef stug haar verpleegstersuniform dragen. Tijdens vergaderingen, waar de laatste produktiecijfers, de zorgelijke kosten doordat de artsen maar dure medicijnen bleven voorschrijven en het verwijsgedrag van huisartsen werden doorgesproken, kwam Annelies niet goed mee. Het hielp haar ook niet dat ze nauwelijks gevoel had voor de nieuwe werkelijkheid. We leken voor haar een andere taal te spreken. Ze verdwaalde.
Het duurde dan ook niet lang dat Annelies met pensioen ging. Haar afscheid was ongemakkelijk en bescheiden, maar ook indrukwekkend vooral door de grote groep verpleegkundigen die langskwam. Zij had hen de kneepjes van het vak geleerd. Zij had voor haar vak gestaan. Niet als protest of vanuit een tegendraads gebaar, maar omdat ze het zich niet anders voor kon stellen. Dit was wie ze was.
Inmiddels wordt binnen zorginstellingen de professional als basis gezien waarop een organisatie draait. De taal van de markt verbleekt geleidelijk en we beginnen ook te begrijpen dat de wereld maar een heel klein beetje maakbaar is door middel van jaarplannen en plan & controlcycli. Dat die verpleegkundige veelal heel goed aanvoelt hoe complexe situaties kunnen worden opgelost zonder teveel kosten te maken. Een wereld waarin de manager zijn rol een bescheiden aanvulling is op die van de professional. Een wereld waar van bestuurders een achtergrond als zorgprofessional wordt gevraagd.
Annelies herkende me niet toen ik haar groette. Ze was in de war over haar bestelling die niet gevonden kon worden: wat vlees voor de fondu. Voor vier personen.