zaterdag 5 augustus 2017
Fleur
Ze heeft iets truttigs. Ze is net een beetje te dik, boven op haar kop heeft ze korte krullen. Ze kan je langdurig aan zitten kijken en als je een blik teruggeeft, begint ze over haar hele lijf te trillen. Het liefste springt ze dan onmiddellijk boven op je schoot. Dan moet je erg oppassen: ze wil je héél graag likjes geven. Overal, maar het liefst duwt ze haar tong in je mond.
Ze heet Fleur.
Ze schijnt een Cocker Spaniel te zijn, maar wel één met een bijzondere geschiedenis. Ooit is ze geboren in Hongarije en op een dag, hoe weet niemand, is ze in Frankrijk terecht gekomen. Daar is ze opgepikt door een Rotterdamse met een groot hart en weinig geld. Ze bracht vervolgens enkele jaren door in een piepklein flatje met een enorme witte labrador, een kat, twee springerige kinderen en deze dame dus met haar vriend. Enfin, de relatie liep stuk: de minuscule flat moest worden ingeruild voor een nog kleiner flatje en daar was geen plek meer voor Fleur.
Fleur kwam naar Gouda.
Daar liep Max al even rond. Een robuuste soortgenoot. Tenminste, in alles lijkt hij op een Cocker Spaniel, maar dan wel enkele maten te groot. Een reus. Voor Cockerbegrippen dan. Fleur heeft een betere maatvoering, behalve dan dat ze te dik is. Max is een ADHD'er, bovendien heeft hij geen enkel geweten: hij rotzooit dus maar wat aan. Is zich nooit van welk kwaad dan ook bewust. Zijn opgeruimde en kameraadschappelijke karakter redt hem. Fleur kruipt al bij de gedachte aan een mogelijke overtreding van regels die misschien wel zouden kunnen bestaan, trillend in een hoekje.
Maar neem Fleur mee de natuur in en deze dame laat haar ware gezicht zien: ze pletst hollend door regenplassen, rolt vol overgave in de modder en ... ze eet poep.
Het liefst eet ze kattenpoep. Als ze de kans krijgt pakt ze ook een oude hondendrol. De drol moet wel wat zijn uitgedroogd: nattige en smeuïge exemplaren laat ze liggen.
U begrijpt nu mijn afkeer van haar tongetje.
Brrrr.
Anders dan Max, blijft Fleur tijdens de wandeling altijd bij je in de buurt.
Op één keer na: in de verte zag ze een grote, witte labrador lopen. In een lange spurt holde ze naar het beest. Daar bleef ze wat onzeker talmen terwijl de labrador verder achter zijn baas aansukkelde.
Hierna liet ze zich niet meer door labradors afleiden.
Nooit.
Abonneren op:
Posts (Atom)