woensdag 23 oktober 2013
Hoezo eigen wil?
Sinds enkele weken ben ik me pijnlijk bewust van het feit dat ik tien vingers heb, verdeeld over twee handen.
"Ik hoor u denken: je bent de vijftig gepasseerd en dit dringt nu pas tot je door?"
Ik adviseer u: "leer accordeon spelen en u begrijpt wat ik bedoel"
Tot drie weken geleden was mijn leven redelijk ongecompliceerd en voldeed mijn lichaam volkomen aan de eisen die mijn leven aan een lichaam stelt. Ik ben geen sporter; ik ben geen timmerman; ik ben geen bergbeklimmer of duiker, mijn lijf leidde dus een redelijk gemakkelijk bestaan. De eisen waren niet hoog en die dingen die ik lichamelijk op moet brengen hebben weinig om het lijf.
Totdat ik op een onbewaakt ogenblik besloot om maar eens serieus werk te maken van een oud voornemen om accordeon te leren spelen.
De eerste lessen verliepen simpel. Een oefening voor de linkerhand, de baspartij: even zoeken waar de goede knop zit, maar daar ging ik dan. Stoer speelde ik het ene hoempa-pa-pa deuntje na het andere: van een C- naar een G- naar een F-accoord. Een oefening voor de rechterhand, de melodiepartij. Hier was het even puzzelen om de juiste vinger voor de voor die vinger bedoelde toets te gebruiken, maar ook dat was een kwestie van een uurtje uitproberen. Het spelen van melodietjes? Ik heb een redelijk muzikaal geheugen, dus ik wist al snel het ene liedje na het andere met mijn rechterhand te spelen.
So far so good.
Maar toen...
Het tegelijkertijd spelen met de linker- én de rechterhand....
Het ging direct al mis. Mijn linkerhand, u weet wel, die baspartij, hoefde alleen maar langdurig een C-accoord aan te houden. Mijn rechterhand speelde, langzaam, één enkele toon maar dan vier keer achter elkaar. Mijn linkerhand kon het onmogelijk eens worden met de rechterhand: als die de toetsen losliet, onderbrak ook de linkerhand onmiddellijk de toon.
Opnieuw.
Ik plante de linkerhand nu stevig op de basaccoord-knop (het gaat om één vinger!) en begon weer langzaam met de rechterhand de tonen te spelen. En weer volgde mijn linkerhand volstrekt slaafs de beweging van de rechterhand.
Opnieuw.
Nu moest mijn linkerhand hetzelfde C-accoord spelen, maar dan 4 korte tonen (jawel, een mars maar in mijn tempo een dodenmars); de rechterhand speelde nu de lange tonen. En verdomd, nu volgde de rechterhand weer willoos de linkerhand.
Opnieuw.
Nog langzamer.
Het enige effect was dat de vingers langzamer, maar volstrekt synchroon zich losmaakten van de toetsen. Links en rechts.
Ooit las ik dat boek van Dick Swaab: "wij zijn ons brein"
Het zal allemaal best, maar mijn vingers doen in ieder geval niet mee.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten