zondag 27 mei 2012
Wat te doen met Pinksteren?
Deze pinksterdagen zijn we terecht gekomen in Zeeuws Vlaanderen. De camping heet, niet zonder reden, polderzicht. Je ziet haar inderdaad in het vlakke land al van verre liggen. Een soort oase in het midden van eindeloze aardappel- en graanvelden. Vanaf de camping zijn de kerktorens van Sluis, Aardenburg en Eede goed te zien, alsmede van enkele Belgische dorpen waarvan ik de naam niet ken.
Het uitzicht trekt zich niets aan van landsgrenzen. De mensen overigens ook niet. De afgelopen dagen verbleven we net zo gemakkelijk in Nederland als in Belgie. Hier komt geen formaliteit meer aan te pas. Daar kijkt niemand meer van op, maar dat is wel anders geweest. Deze streek werd gekenmerkt door eindeloze oorlogjes tussen de plaatselijke adelijke heren. Holland en Vlaanderen waren nu eenmaal geduchte concurrenten. Zo kon het gebeuren dat de heren van Gent het klooster van Aardenburg weer grondig vernielden toen dit te machtig werd. Ze hadden het klooster eerder zelf gesticht.
Ik bedoel maar.
Maar dat is allemaal lang geleden. Belgen, Zeeuwen, Hollanders, we leven nu in vrede naast elkaar.
Vandaag bezochten we Sluis.
Dat bleek een vergissing.
Nadat we onder een fraaie poort waren doorgereden, kwamen we in een waar winkelparadijs. Het publiek sjokte broeierig in de zomerse hitte van kledingwinkel naar schoenenzaak naar souvenirshop. Ook de nog sporadische sexshop werd niet overgeslagen.
We hadden net zo goed naar een meubelboulevard kunnen gaan. Zelfde publiek, zelfde platte belangstelling: koopjes en eten. Sjokkend slofte iedereen achter elkaar aan. Slechts zelden ontwaarde ik iemand die ook echt plezier had. Het was een worsteling om door al die vrije tijd heen te komen. En als je niet meer leest, sport, wandelt, interesse hebt voor geschiedenis of cultuur, dan blijft er niet veel over: winkelen.
We verdwenen snel weer naar het volgende plaatsje.
Sint Anna ter Muiden. Het ligt nog geen 5 kilometer buiten Sluis. Het moet het kleinste stadje van Nederland zijn. Ongeveer 50 inwoners. Een prachtig pleintje, een enorme toren met hieraan geplakt een pietepeuterige kerk en een straat die "Geile Jonkvrouwstraat" heet. Op het kerkhof enkele mooie oude graven en een raadselachtig Iers kruis. Maar geen toeristen. Niet één. Ook geen winkels of terrassen.
Tenslotte nog doorgereden, op de fiets, naar Aardenburg.
We kwamen terecht in de Sint Baafskerk, het oudste gebouw van de stad. Deels opgebouwd uit stenen die werden gehaald uit het verlaten Romeinse castellum. Regelmatig vernield en weer opnieuw opgebouwd. Het resultaat mag er wezen: een kerk met zichtbaar allerlei mogelijke bouwstijlen: romaans, scheldegotiek en gotiek. Een kerk waar je even stil van wordt.
Een plaats waar je even beseft dat je onderdeel bent van een enorme geschiedenis. Waarin mensen het onmogelijke presteerden: het opbouwen van een kerk, zo hoog en met zulke enorme ramen en met een akoestiek die we nog steeds niet kunnen begrijpen, laat staan namaken. Een plek waar de grote geschiedenis soms als een razende storm voorbij kwam, een plek waar de menselijke geschiedenis door tallozen met elkaar in eenvoudige rituelen werd gedeeld.
Zo'n kerk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten