De man irriteerde mij.
Hij sprak consequent over "jullie".
Daarmee bedoelde hij iedereen, behalve zichzelf.
Maar dan op een wat verwijtende toon.
Jullie.
Niet ik.
Geleidelijk aan realiseerde ik me dat de man blind was. "Jullie" waren de zienden. De verleiding is groot om hier "wij dus" te schrijven, maar dat kan natuurlijk niet. Alhoewel de kans dat een blinde deze pagina leest behoorlijk klein is. Het is überhaupt niet chique om te generaliseren. Die krijg je dan ook onmiddellijk terug.
Het is ongeveer het liefste dat we doen.
Generaliseren.
Sorry, ik.
Niet jullie.
Of dan ik generaliseer ik ook.
Het maakt de wereld zo lekker overzichtelijk. Vooral als ik zo generaliseer dat de mij omliggende wereld wordt teruggebracht tot ik en de rest. Of jij en ik en de rest.
Je kent die stellen wel. Altijd verontwaardigd. Als de één iets overkomt, springt de ander er direct volop in. Iedere pietluttigheid wordt zo een kwestie van levensbelang. Het is een manier van elkaar door dik en dun steunen. Onvoorwaardelijk. Tot in het absurde toe.
Bij ons werkt dat anders. Als mij iets overkomt, toch vaak zéér het vermelden waard, dan tuit mijn vrouw de lippen. "Moet je je daarover nu zo druk maken? Bovendien, kijk eerst eens naar jezelf..." is, in essentie, de te verwachten reactie. Wat meestal bij mij een gefrustreerde reactie oproept. Begrijpt de wereld mij niet, nu jij ook al. Ik tegen de rest.
Lekker.
Maar zodra de ander mij bij de rest indeelt, kom ik ook weer in het verweer. Ik ben ik. Kijk naar jezelf. Generaliseer niet zo.
Dat doe je nu altijd.
De blinde man vervolgde zijn verhaal. Onbarmhartig.
"Ik kan beter zien dan jullie"
??
"In een tuin stonden, uiterlijk, twee identieke bloemen. Niet voor mij. Ze voelden beiden heel anders aan. Voor mij waren het twee volstrekt verschillende bloemen..."
Daar moest ik toch even over nadenken.
Ondanks dat "jullie"
Afgelopen week plaatste mijn dochter een grap op haar facebook-pagina. In het Engels. Ze woont in Australië. Er werd druk door allerlei vrienden op gereageerd. Hilarisch. Ik miste de clou volkomen. Verwonderd las ik alle proestende commentaren. Ik vroeg maar eens waar het allemaal over ging. Mijn dochter duwde me de goede kant op. Toen kon ik ook lachen.
Van ik en de rest naar wij.
Eén vraag.
Misschien is dat wel een clou.
Een vraag in plaats van een reactie.
Ik word nooit de ander. Die ander wordt nooit mij. Maar soms zie ik wat die ander ziet.
Ook al is hij blind.
Soms.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten