zondag 19 oktober 2014
Over de Leer en het Leven ...
Het werd ook wel een keer tijd.
Maar toen het gebeurde, was het ook direct wereldnieuws.
De paus had iets positiefs gezegd over homofilie. En over ongehuwd samenwonen. En ook nog eens over hertrouwde katholieken. De kerk moest zich minder richten op het veroordelen van voornoemde groepen en meer de positieve elementen van deze samenlevingsvormen benoemen.
Het eerste deel van de zin begrijp ik, het tweede ontgaat mij nog wat, maar het was genoeg om wereldwijd een golf van opluchting tot stand te brengen. Eindelijk een paus die zijn armen opende in plaats van dat hij bozig een vinger de lucht in priemde. Velen, onze eigen kardinaal van Eijck voorop, haasten zich om uit te leggen dat er nog helemaal niets was gebeurt en dat het ook onwaarschijnlijk was dat er iets zou gaan gebeuren.
Je kunt de leer van de kerk nu eenmaal niet veranderen, mompelde onze vaderlandse farizeeër. Ondenkbaar, dat zou betekenen dat de kerk leefde en mee zou gaan bewegen met de tijd. Dat zou betekenen dat regels ondergeschikt werden aan verhoudingen.
Onmogelijk.
En ondertussen rijdt diezelfde paus in een afgetrapte Renault 4, draagt hij eenvoudige sandalen en woont hij in een bescheiden kamertje in een pension.
Ooit was er een jongeman die, door zijn afkomst, kon leven in grote weelde. Hij genoot van het leven, de drank, de vrouwen en alle luxe om hem heen. Op enig moment kwam hij terecht op een plek waar melaatsen werden opgevangen, ver weg van de steden. Hij schrok van de erbarmelijke omstandigheden waarin deze mensen moesten leven. Hij besloot al zijn rijkdom op te geven en te verdelen onder de melaatsen. Ook besloot hij zijn leven als monnik te wijden aan God. In die tijd organiseerde de kerk kruistochten om Jeruzalem en het Heilige Land terug te veroveren van de Saracenen, een islamitische stam (waar doet dit me toch aan denken?). Ook deze jongeman trok mee met de legers van de kerk, maar in plaats van te vechten, koos hij ervoor om de dialoog aan te gaan, vanuit een houding van dienstbaarheid. Tegenover geweld, plaatste hij geweldloosheid; tegenover superioriteit, plaatste hij nederigheid. Toen hij terugkeerde naar Italië, bleek de door hem gestichte kloosterorde zo succesvol, dat zij inmiddels één van de rijkste orden van de kerk was geworden. Uit protest trad de jongeman uit de orde en trok weer als bedelmonnik rond. Soms klopte hij op de poort van een door hem gesticht klooster, met de vraag om een aalmoes.
De jongeman heette Franciscus.
De kerk van die tijd heeft hem niet begrepen.
De paus van nu heet Franciscus.
In ieder geval kardinaal van Eijck heeft hem nog niet begrepen....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten