Hoe het denken werkt, het blijft voor mij één groot raadsel.
Gisteravond zat ik wat oude sinterklaasgedichten na te
lezen, op zoek naar inspiratie, toen ik me opeens peinzend zat af te vragen hoe
de arts ook alweer heette die mijn zusje indertijd in Basel behandelde.
Ze is alweer 19 jaar geleden overleden en na haar dood heb
ik de man nog een keer gesproken.
Ik puzzelde op zijn naam. Het liet me niet meer los.
Uiteindelijk loste Google het raadsel voor mij op: Miklos Pless. Op de foto
stond een inmiddels volledig grijze man en voor zijn naam stond zowel professor
als doktor, dus de beloftevolle arts die hij indertijd was, bleek hij inderdaad
geworden: een autoriteit op het gebied van oncologie.
Ik meende zijn wat verlegen lach te herkennen, maar het
geheugen wil nogal eens met de wil op de loop gaan. Maar toch, dokter Pless,
dat was zijn naam, dat wist ik zeker.
Mijn zusje leed aan een ernstige vorm van lymfeklierkanker.
Ze woonde en werkte in Basel als zangeres, muzikante en
componiste. Ze had in Basel gevonden wat haar in Nederland ontbrak: soulmates.
Een groep jonge kunstenaars van over de hele wereld die hier elkaar
bemoedigden, inspireerden en verder hielpen.
Totdat ze dus ziek werd.
De groep bleef dicht om haar heen staan terwijl haar muziek als
maar zachter werd. Dokter Pless werd steeds belangrijker, maar geloof maar niet
dat zij zich aan hem overgaf: iedere stap die hij wilde zetten, moest hij
verantwoorden en ze stemde alleen in met een behandeling als ze het begreep en
er achter kon staan.
Ik was trots op haar.
Even leek haar behandeling succesvol, ze werd zelfs beter
verklaard, maar dat geluk duurde nog geen drie maanden. Toen werd ze weer
ingehaald door haar ziekte en dokter Pless verwoordde het als volgt: “Je zit nu
in een rijdende trein en ik sta nog op het perron. Ik zal heel hard moeten
hollen om nog op de trein te kunnen springen….”
Uiteindelijk stelde hij als ultieme mogelijkheid een
experimentele behandeling voor. Het medicijn was nog niet uitontwikkeld en zat
in een proeffase. Mijn zusje begreep dat dit haar enige kans was en stemde toe.
De behandeling werd gestart en hij leek zowaar succesvol. Er ontstond bij mijn
zus en ook bij mijn ouders, die al maanden in hun caravan in de buurt van Basel
bivakkeerden, hoop:
het tij leek te keren.
Zelfs toen ze op nieuwjaarsdag in een kunstmatig coma werd
gebracht, vervloog de hoop niet. De bloedwaardes die de ernst van haar kanker
weergaven, bleven verbeteren en het leek er op dat de kanker haar lijf weer zou
verlaten. Dan hoefde ze alleen nog bij te komen uit het kunstmatige coma…
Alle hoop vervloog toen ze na een kleine drie weken werd
getroffen door een ernstig herseninfarct. De bloeding was zo omvangrijk dat ze
hieraan kwam te overlijden.
Enkele weken later zat ik tegenover Miklas Pless. Ik wilde
weten waar mijn zus uiteindelijk aan was overleden. Hij vertelde over de
bloeding in haar hersenen…
“She didn’t die of her cancer?”
Hij keek mij met glanzende ogen aan en schudde bedachtzaam
zijn hoofd. Ik reageerde:
“So, we are tricked by life…”
Hij staarde in een voor mij onzichtbare verte.
“Yes…tricked by life…”, mompelde hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten