donderdag 20 maart 2014

Wat willen we?



Het kon natuurlijk niet uitblijven. De ene na de andere actualiteitenrubriek besteedde er aandacht aan.

De toespraak van Wilders.

Nou ja, toespraak....

Ondanks het feit dat hij maar in twee gemeentes meedeed.

Ondanks het feit dat hij in beide gemeentes stemmen had verloren,

waren de spotlights toch weer op hem gericht en we werden niet teleurgesteld: hij haalde keihard uit en beledigde opnieuw vele van onze gewaardeerde medeburgers. En ja, zo is hij dan ook wel weer, vandaag krabbelde hij natuurlijk terug. We hadden het met ons allen weer verkeerd begrepen.

Er is van alles over gezegd. En toch... ik mis nog één belangrijk perspectief....

We spreken alleen Wilders aan....maar er stonden toch velen te juichen, te roepen en zij scandeerden toch dat ze "minder Marokkanen" in Den Haag willen? Zij gaven hem toch antwoord?

We hebben ze niet gezien want de camera heeft alleen maar oog voor die man achter de microfoon. Of toch, want er stond er eentje naast hem...ook hij juichte en joelde en had de avond van zijn leven: Leon de Jong. Maar ik weet zeker dat ook de mensen die op de lijst van PVV Den Haag stonden, Wilders hard toeriepen dat ze minder Marokkanen willen: Daniëlle de Winter, Elias van Hees, Karen Gerbrands, Chris van der Helm, André Elissen, Willie Dille, Bart Brands, Norbert Solms, Tim Vermeer, Ingrid Wulff, Shaillaya Harangi-Nanda, Bart Privé, Teun van Dijk en Machiel de Graaf.

Waarom worden zij niet aangesproken?

Want iemand als Wilders kan alleen bestaan doordat anderen hem steunen. Hij begint niks als hij voor een lege zaal staat. Als niemand een kruisje achter zijn naam zet. En ik weet toch verdomd zeker dat ik een hele zaal enthousiast hoorde schreeuwen om "minder Marokkanen"

Ik hoop dat de journalisten hun werk doen en die hele bende face to face, met camera, vragen waar ze gisteravond waren en wat ze deden toen Wilders vroeg of ze "meer of minder Marokkanen" wensen.

Wedden dat ze aarzelen? Dat ze terugkrabbelen?

Raymond de Roon, tweede kamerlid namens de PVV, ging ze al voor:

"Ik was er niet bij en kan pas iets zeggen als ik de beelden heb gezien...."

Hij had ze namelijk nog niet gezien.

Als enige in Nederland.

Lafaard.

Bah.

woensdag 19 maart 2014

Tegen beter weten in



Ik heb vandaag gestemd.

Ik hoop u met mij.

Natuurlijk, ik ken het cynisme: wat doet mijn stem er toe.... uiteindelijk doen ze toch wat ze zelf willen....het zijn allemaal zakkenvullers.

Cynisme is niets anders dan dat je je geloof hebt opgegeven. Het geloof dat het anders kan. Het geloof dat verandering mogelijk is. Het geloof in de mens....je medemens....jezelf.

"Maar, jij leest toch ook de krant? Je ziet toch wat een zooitje het is?"

Jawel.

Ik heb ook nooit gezegd dat "geloven in" een gemakkelijke weg is. Het is een weg vol kuilen, bergen, teleurstellingen, tegenvallers, vallen en weer opstaan. Vooral dat laatste, opnieuw weer opstaan. Het heeft niks te maken met roze wolken. Het is ploeteren en metertje voor metertje terrein winnen.

En soms weer een heel stuk verliezen.

En dan toch weer opnieuw beginnen...dat is nu eenmaal geloven. Geloven dat het kan.

Hoe denk je dat ons land ooit tot stand is gekomen? Ons land, een moerassige delta aan zee. Ooit was het grootste deel domweg onbewoonbaar moeras. Het heeft tientallen eeuwen geduurd voordat hier bewoonbare grond ontstond. Door ploeteraars, harde werkers: geulen graven, dijken opwerpen, terpen ophogen en na de zoveelste overstroming weer overnieuw beginnen. Ploeteren maar ook samenwerken: alleen begin je niks. Zo is ons land langzamerhand ontstaan.

Dankzij die ploeteraars.

Wie realiseert zich nog dat de meesten van ons meters onder de zeespiegel wonen?

Dankzij die ploeteraars.

Die geloofden dat het kon. Soms met hun laarzen in het water. Soms met de moed der wanhoop.

Vandaag heb ik gestemd.

Ik heb gestemd op een jonge Marokkaan.

Omdat hij gelooft dat het anders kan.

Soms tegen beter weten in.


dinsdag 18 maart 2014

Machiavelli in de polder, deel 2



Nog twee dagen en er zijn gemeenteraadsverkiezingen. Onze koffiedik- zwaluwvlucht- en piskijkers voorspellen de laagste opkomst sinds tijden.

Dat beloofde niet veel goeds voor het verkiezingsdebat wat gisteravond in Gouda door de Raad van Kerken was georganiseerd.

Het zat bommetje vol.

Er werden extra stoelen bijgezet en nog steeds bleef langs de randen van de zaal een grote groep mensen noodgedwongen staan.

Het deerde ze niet.

Zoals het in een democratie gaat, werden woordvoerders vanuit de verschillende partijen klappend en juichend ondersteunt door hun partijgenoten in de zaal. Anderen sisten of bromden afkeurend. De meesten luisterden geconcentreerd.

Democratie kun je voelen.

Vanavond voelde je het. Het was aanwezig. In deze zaal.

Er werden stellingen naar voren gebracht. Scherp geformuleerd. Je moest kiezen: voor of tegen. De zaal had rode en groene kaartjes gekregen, maar lang niet iedereen deed hieraan mee. Eerst maar eens kijken wat de woordvoerders van de partijen doen. Die hadden geen keuze, behalve dan kiezen: voor of tegen.

Een grote opkomst, verkiezingen vlak voor de deur, een meebewegende zaal, het hielp om de meest ingetogen en introverte politicus tot debater te maken. Maar er bleven verschillen. Een aantal was goed van de tongriem gesneden en bewoog soepel mee in het debat; anderen formuleerden moeizamer, hoekiger en soms zelfs ongelukkig. Gemakzucht werd genadeloos afgestraft: een poging van de SP-woordvoerder, Lenny Roelofs, om in te spelen op al te gemakkelijke emoties ("Ik moet er niet aan denken dat ik door een vrijwilliger moet worden gecatheteriseerd") kon er natuurlijk gewoon op rekenen te worden afgeserveerd (catheteriseren mag zelfs wettelijk alleen door hiertoe bevoegde personen worden uitgevoerd). De dame van de VVD, Laura Werger, prominent aanwezig, nam deze rol het hele debat op zich: het wegvangen van laaghangend fruit.

Ze had het druk vanavond.

Het CDA had deze keer een woordvoerder die de aansluiting met de zaal goed kon maken, Huibert van Rossem. Dat was natuurlijk ook niet heel ingewikkeld in een debat wat door de Raad van Kerken werd georganiseerd. Hij benoemde nog even dat Kuypers gedachtengoed en zijn kleine luyden onvervreemdbaar deel zijn van het huidige CDA. Stiekem dacht ik terug aan het beruchte CDA-congres van 2010 waarbij vele onbekende en prominente CDA'ers hun afschuw uitspraken over het gebrek aan ideologisch denken bij hun leiders, maar wellicht hadden deze leiders hun veren weer teruggevonden. Andere Christelijke partijen kwamen minder uit de verf: de SGP-voorman, Arjan Versteeg, straalde teveel zelfgenoegzaamheid uit en maakte ronduit verkeerde grappen; Wout Schonewille van de CU leek last te hebben van zijn eigen bescheidenheid, hij gunde de dame van de VVD iets te vaak het woord op momenten dat hij naar voren had willen treden. Een aardige man, maar niet opgewassen tegen de ambitieuze VVD-politica.

De PvdA had deze keer haar lijstaanvoerder op het podium gehesen: Rogier Tetteroo. Een nieuwkomer die soms nog wat wegviel in al het verbale geweld. Zijn inbreng was inhoudelijk en weinig gericht op scoren. Opvallend was dat op het onderdeel "zorg", de belangrijkste PvdA-portefeuille de afgelopen jaren, zijn inbreng kleurloos en onopvallend bleef. Wel liet hij zien de scherpte in het debat niet te schuwen: hij las mede-debaters verschillende keren nadrukkelijk de les.

De lokale partijen bleven het debat wat op de achtergrond. De scherpte kwam van de vertegenwoordigers van de landelijke partijen. Deze laatsten leken elkaar op het podium ook op te zoeken: VVD, PvdA, Groen Links, CU, CDA, ze konden het op het Goudse podium uitstekend met elkaar vinden. Bas Driessen, Trots Gouda, bleek ook nu weer een minder behendig debater maar viel wel op doordat hij iedere keer opnieuw met de meest concrete voorstellen kwam. Hij werd door de vertegenwoordigers van de landelijke partijen volledig genegeerd, wat spijtig is want wat is nu eigenlijk het echte probleem bij het geluid van een lokale partij? Ze lijkt mij op zijn minst een interessante aanvulling in het politieke spectrum. Jan de Koning, Gemeente Belangen Gouda, hield zich rustig op de achtergrond en stapte geregeld naar voren om zijn stem te laten horen. Zijn uitstraling komt overeen met zijn inbreng: evenwichtig, genuanceerd maar nauwelijks enig impact op het verloop van het debat.

De meest pruttelende protestpartij was OPA, Willem Verwoerd, overgestapt van Trots naar OPA. Zijn inhoudelijke inbreng bleek niet veranderd: hij had gewoon weer een ander podium gevonden. Hij bereed de hele avond zijn stokpaardje: de binnenstad moet aantrekkelijk worden voor toeristen, de Goudse politiek verwaarloost het economisch klimaat van de stad. En tja, dan komt de vergelijking met de hamer vanzelf op: voor een hamer is de oplossing van elk probleem een spijker...

En dan is woensdag de kiezer aan het woord.

Vanuit de zaal kwam de vraag of de politici en hun partij voldoende oog hebben voor de noden van hun medemens.

Dat hadden ze.

Allemaal.

zondag 16 maart 2014

Een ode aan onze tuinman



We hebben een tuinman. Al jaren scharrelt hij door onze hof en zorgt er nauwgezet voor dat al het prille, opkomende groen volstrekt kansloos blijft. Hierbij maakt hij geen enkel onderscheid tussen onkruid en krokussen of sneeuwklokjes: dat zijn menselijke verzinsels en zijn brein staat dergelijke nuances niet toe.

Onze tuin is niet groot en niet bijzonder. Als ik inschat dat de tuin ongeveer 60 m2 meet, overdrijf ik waarschijnlijk al. In de hoek staat een, inmiddels, enorme Japanse Kers. Het zal niet lang meer duren of haar takken hangen laag onder het gewicht van duizenden roze bloemetjes. Dat duurt een kleine twee weken en dan, alsof er ergens op een knop wordt gedrukt, valt al dat roze in één klap omlaag en verwordt tot een bruinige massa. Als het regent vormt ze een spekgladde brei. Daar kan onze tuinman niet tegen op werken: hij laat de troep de troep. Als we het zat zijn, vegen de rotzooi bij elkaar. De boom heeft zich dan alweer in groene bladeren gehuld en deze blijven de verdere zomer voor een heerlijke schaduw zorgen.

We hebben ook nog een vijver. Dat klinkt alweer veel meer dan het is: een voorgevormde plastic bak waarin we water hebben laten lopen. Het leek zo'n goed idee, maar ook de vijver volgt volstrekt haar eigen wil. Het water is troebel en ze moet voortdurend worden bijgevuld, zo hard gaat de verdamping tijdens een warme zomer. Maar goed, ze vult zich ieder jaar ook weer met kikkers, mooie groene en grauwe. De laatste zitten onder de pukkels en zetten soms een flinke keel op. Dat heet kwaken. Ook hier trekt onze tuinman zich niets van aan. Hij blijft ver verwijderd van de vijver.

We weten eigenlijk niet meer hoe oud onze tuinman is. Toch moet hij al stokoud zijn. Zijn lange haren slepen achter hem aan over de grond en al het vuil van de tuin blijft hierin hangen. Soms bieden we aan om zijn haren te knippen, maar daar is hij niet van gediend. Overal in de tuin heeft hij verstopplekjes en als hij achterna wordt gezeten, ben je kansloos: hij verdwijnt in een mum van tijd. Wanneer we 's avonds in de huiskamer op de bank zitten en we kijken de tuin in, zien we hem weer scharrelen. Het is een krasse vent.

Je zal hem niet horen. Hij heeft zijn hok en overdag trekt hij zich hierin terug. De schemer, dat is zijn moment. Dan is de tuin leeg en het frisse groen staat voor het grijpen.

Hij heeft geen naam. We noemen hem "de tuinman" en dat vindt hij prima: hij luistert toch niet naar je.Hij is alleen en onttrekt zich aan ieder gezelschap. Je zou hem een soort kluizenaar kunnen noemen, alhoewel dat weer een echt menselijk begrip is. Alsof hij hiervoor heeft gekozen en dat is natuurlijk niet zo. Dit hebben wij zo voor hem geregeld.

Hij heeft een hekel aan onze katten en misschien nog wel meer aan onze hond. De katten dwingen hem in een bekend perspectief: die jagen hem op. Niet dat ze hem ooit zullen aanvallen, daarvoor is hij gewoon te groot, maar het instinct zit nu eenmaal diep. Het is een uitzichtloze jacht en de tuinman wacht in zijn hok rustig totdat de jagers weer naar binnen zijn omdat daar hun etensbak staat. Nee, dan de hond. Die is vreselijk, die wil namelijk vriendjes worden. Blijmoedig zoekt hij de tuinman in zijn hok op en duwt zijn snuit tegen het gaas. Hij snuift en gromt goedmoedig. Het concept "vriendschap" is de tuinman echter volkomen onbekend, zodat ook onze hond bezig is met een uitzichtloze missie.

Zo scharrelt onze tuinman in stilte de 4 seizoenen door.