woensdag 1 april 2020

Een nare droom



Het overkomt me al jaren. Regelmatig word ik ergens in de vroege ochtend wakker op een moment dat ik in mijn slaap de ervaring heb dat ik dreig te stikken. Het kan allerlei redenen hebben: ik lig in het water, ik lig in een ziekenhuisbed, ik ben aan het vallen.

Het is altijd een droom.

Een nare.

Ik spring letterlijk in één keer ons bed uit en realiseer me op dat ogenblik dat het weer zover is. Vervolgens is er een gang naar het toilet en dan kruip ik weer het bed in. Meestal val ik direct weer in slaap, maar er zijn ook nachten dat het benauwde gevoel in mijn borst blijft hangen en ik wakker blijf en het ochtendlicht langzaam de slaapkamer zie binnenkomen.

In de loop der jaren ben ik eraan gewend geraakt en ik maak me ook niet meer zo druk. Ik weet dat ik niet zal stikken alhoewel mijn lijf allerlei alarmbellen laat rinkelen. De paniek, die me in mijn vroege jaren nog wel eens overkwam, is voorbij. Ik blijf rustig in bed liggen. Morgen weer een nacht. Dan slaap ik meestal weer prima.

Inmiddels weet ik ook dat het gevoel te stikken ingewikkelder in elkaar steekt dan alleen als het gevolg van een vervelende droom. Het is namelijk echt zo dat mijn tong mijn luchtweg blokkeert en iets in mij mijn lijf overeind laat komen. Anders zou ik echt stikken.

Ik lijd aan apneu.

Een kwaal waarbij de tong tijdens de slaap in het keelgat glijdt en zo de hele boel blokkeert. Een combinatie van overgewicht en ouder worden, waardoor de spieren en huidlagen wat minder strak gespannen staan. Snurken is daar ook een symptoom van: de tong blokkeert dan nog niet volledig, maar de ademhaling wordt een luidruchtig gebeuren omdat de luchtstroom zich door een steeds nauwer gaatje moet persen. Totdat de tong dus helemaal naar achter glijdt.

Om die reden slaap ik sinds enkele jaren met een masker op en blaast er door dat masker lucht in mijn gezicht en mond, zodat de luchtwegen geopend blijven. Helaas ben ik een halstarrig mens, zodat ik tijdens mijn slaap het masker afzet en keurig ophang aan het haakje. Ik ben me hier nooit van bewust, maar het gebeurt. Het zij zo: ik heb verder geen klachten.

Maar nu Corona.

Ik lees en hoor de verhalen over de aantasting van de longen. Van de enorme benauwdheid. Van het gevecht om lucht…. En ik herinner me mijn dromen.

Daar krijg ik het dus spaansbenauwd van.

Want ik ben de afgelopen decennia al honderden keren bijna gestikt. Ik herinner me de paniek van het begin: waarschijnlijk door hyperventilatie leverde het gevoel van gebrek aan zuurstof de verdere nacht een paniekerig rondlopen op. Hele nachten bracht ik soms door in de huiskamer of, tijdens vakanties, rondlopend over een slapende camping.

Die paniek is gelukkig over. Ik leerde te weten dat ik op mijn lijf kan vertrouwen. De hyperventilatie verdween. Het bleef steeds meer beperkt tot het verschrikt mijn bed uitspringen en, na een toiletgang, weer verder slapen.

En toch lijkt het nu wel of de droom geleidelijk aan in het geheugen van mijn lijf is geslopen, want de verhalen over de benauwdheid bij corona-slachtoffers roepen een bijna fysieke herinnering bij me op. Met dit verschil: in geval van een coronabesmetting is er een virus dat de controle over mijn lijf zal overnemen.

Dat verlies aan controle, dat is de basis van mijn angst. Overgeleverd worden aan een onzichtbaar wezen en dit machteloos ondergaan. 

Een nare droom….

Maar het gebeurt overal…

En het komt steeds dichterbij...