zaterdag 23 oktober 2010

Het is kil buiten

in eigen kilheid zo gevangen dat men voor liefde zich verschuilt


Mijn leven kent weinig tradities. Maar op zaterdag met koffie aan tafel, omringt door (al of niet digitale) kranten en op de radio Spijkers met Koppen, ja, daar doe ik mijn best voor.Ineke van Gent en een CDA-dame vliegen elkaar, zo te horen, letterlijk in de haren. Felix Meurders probeert nog enige orde in de chaos te krijgen, maar niets houdt de door elkaar krijsende dames nog tegen. Rowan Heze trekt de sfeer weer recht. Dat is hen wel toevertrouwt. Het is mij overigens volkomen onduidelijk gebleven waarover de beide dames elkaar zo te vuur en te zwaard hebben bestreden: het moet haast wel een kwestie van ultiem levensbelang zijn geweest.

Nog zo'n zaak van levensbelang is een discussie die ik afgelopen week tot mijn toenemende verbijstering op de televisie voorbij zag komen: de poster van Sinterklaas van de nieuwste film van Dick Maas. Iedereen begon zich ermee te bemoeien en toch werd de discussie niet boeiend. Wel fel, Johan Nijenhuis, regisseur en nu vooral vader en één van de initiatiefnemers van de discussie, wordt matennaaier genoemd door Huub Stapel, de hoofdrolspeler uit de film. Moet kunnen. In de laatste aflevering van DWDD, waar aandacht aan de discussie werd gegeven, begonnen de voor- en tegenstanders ook al zo door elkaar heen te brullen.

Gisteravond bij Pauw en Witteman. Eric Corton vertelt oprecht en met ingehouden emotie over zijn ervaringen met kinderen in Afrika. Hij wordt onderbroken door een man die inmiddels niet meer uit de media is weg te slaan, Hans Jansen, arabist maar tegenwoordig vooral schaduw van PVV-lieden. Met de inleidende opmerking geen cynicus te zijn, verwijst hij het verhaal van Corton naar het rijk der fabeltjes. Ontwikkelingshulp is zinloos, sterker, ze werkt averrechts. Hero Brinkman had geen moeite om in dit gesprek zijn goede humeur te behouden, zijn sergeant naast hem deed het vuile werk.

Hanneke van Leeuwen geeft haar actieve deelname aan het CDA op. Iedereen die deze indrukwekkende vrouw een beetje kent, herkent de diepgang van de tragedie in deze stap.

Dan nog zie en hoor ik overal Bram Moscowitcz uitgebreid zijn ongenoegen uiten over het verloop van het proces tegen Wilders. De tijd dat een rechtzaak werd uitgevochten in een rechtzaal, lijkt alweer heel erg lang geleden. Ondertussen laat ook Wilders niet na om bij voortduring zijn wantrouwen jegens onze rechtstaat naar voren te brengen.

Ik doe de radio uit, leg de kranten weg en drink mijn koffie.

"Wijs me waar de toetsen zitten,
dan speel ik iets voor jou,
zonder erbij na te denken,
omdat ik van je hou..."

Kamp Westerbork



Afgelopen donderdag liepen we door het herinneringscentrum bij kamp Westerbork. Het was druk. Om ons heen vaders en moeders, opa's en oma's en kinderen.

"Wat is een jood?"

was een van de schrijnende vragen die ik al snel hoorde. Zijn moeder fluisterde haar antwoord. 

Hierna hoorde ik niet zoveel meer. De beelden drongen zich aan mij op en ontgoochelden me opnieuw. Kinderschoenen naast een bed. Alledaagse schoenen zoals je ze nog steeds aantreft. Alleen, deze schoenen hoorden bij een kind dat de oorlog niet had overleeft, vergast in een concentratiekamp. De droge lijsten met namen, eindeloze lijsten met namen. Een spiegeltje met op de achterzijde de foto van een jong meisje. Haar broer had de oorlog overleeft, zijn zus was voor zijn ogen naar de gaskamers gedreven. Dat meisje, op die foto. En via de spiegel zie je jezelf. 

De filmbeelden van een transporttrein. Ik weet het en toch schrik ik weer: ze gingen in veewagens. Jong, oud, ziek, man, vrouw, kinderen, allemaal. Joden, zigeuners, homo's, die enkele verzetsstrijder... Een droog commentaar: mede dankzij de bereidwillige medewerking van Nederlanders, kon de bezetter met zoveel gemak deze mede-Nederlanders op transport krijgen. 

Verschillende ouders vertelden hun kinderen het verhaal. Een jongetje keek peinzend naar zijn oma die betraand foto's stond te bekijken van slachtoffers. Een jongetje misdroeg zich: hij zat aan de piano die uit het kamp was gehaald of probeerde een typemachine die op een tafel stond. Zijn opa probeerde hem te corrigeren, het lukte niet. Zijn vader keek van een afstand toe en liep de ruimte uit. Het jongetje lachte zijn opa uit.

Ik voelde me mistroostig en liep naar buiten.

Het regende.