vrijdag 22 juni 2012

Een dame van stand.




Aan het einde van haar leven draaide de wereld sneller dan zij kon bijbenen. Electriciteit had zijn intrede gedaan, evenals auto's en de telefoon en telegraaf.

Ze moest er niets van weten.

Haar huis werd verlicht door kaarsen.

Goudse kaarsen.

Ze reisde met een koets, voortgetrokken door één of meer paarden. En als ze contact met iemand wilde, zocht ze hem of haar wel op of schreef een brief.

Ze was er overigens aan gewend dat de mensen haar opzochten. Dat waren ze wel aan haar en haar familie verplicht.

Pauline Maria le Fevre de Montigny Bisdom van Vliet.

Die enorme rij van namen wijzen op een gegoede komaf, maar konden niet verhullen dat de familie geen adellijke rechten kende. Toch leefden ze generaties lang als de machtigen van Haastrecht: de familie leverde van 1730 tot het eind van de 19e eeuw de burgemeester. Ze bezat landerijen, boerderijen, fabrieken, handelshuizen en ga zo maar door. Uiteraard in Haastrecht, Gouda en directe omgeving, maar verder door vrijwel heel Nederland.

Pauline was de laatste telg. Na haar stierf de familie uit. Ze woonde bijna veertig jaar in haar enorme landhuis aan de rand van Haastrecht. Ze werd 82 jaar oud. En steeds eenzamer. In een wereld die ze steeds minder begreep.

Haar huis is nog steeds te bezichtigen. Daar is na haar dood, vrijwel niets meer gebeurd aan de inrichting. Want dat heeft Pauline zo bepaald in haar testament. En haar wil was wet, zeker als het over de laatste wil gaat.

Om het spannend te houden heeft ze nog een stapeltje papieren, bijeen gebonden door een strik en met lak verzegeld, bij de notaris achtergelaten. Die lakzegels mogen 100 jaar na haar dood worden verbroken. Over een goede 10 jaar is het zover, in juni 2023.

Haar man was de laatste burgemeester die door de familie werd geleverd. Hij is niet oud geworden, ergens begin 40. Ene Dupper, ook een Haastrechtenaar, werd nu burgemeester. Pauline vond het maar niks. Als vrouw speelde ze haar rol naast haar echtgenoot. Als vrouw van de burgemeester stond ze voortdurend in het middelpunt van de belangstelling en het echtpaar bestierde de gemeente en haar 1400 inwoners minzaam. Tijdens feestdagen namen ze aubades in ontvangst. Bij hen thuis ontvingen ze de behoeftigen of ruziemakers. Dat was allemaal voorbij. Haar rol in het dorp was uitgespeeld.

Tenminste.

Ze was nog altijd de rijkste vrouw van de streek. En ze bezat het halve dorp en vrijwel alle boerderijen en landerijen er omheen.

Maar als vrouw werd ze geacht die rol op de achtergrond te spelen. En dat heeft ze gedaan. En iedereen hield rekening met haar. Want ze was wel mevrouw Bisdom van Vliet.

Auto's werden niet in zicht van het huis geparkeerd. Daar had ze een hekel aan. Mannen en jongens namen hun pet van het hoofd als ze het huis passeerden. Vrijwel iedere vereniging werd gefinancierd door Pauline en hield altijd rekening met haar wensen.

En zo ze werd steeds eenzamer in dat grote, sombere huis. Want eerbied is nog iets anders dan warmte en minzaamheid is nog geen liefde.

Ze overleed in 1923. Een jaar nadat vrouwen in Nederland stemrecht hadden gekregen. Ik geloof niet dat ze ooit een stem heeft uitgebracht. Democratie was voor haar veel te volks.

Maar stiekem zal ze het prachtig hebben gevonden: de emancipatie van de vrouw.

dinsdag 19 juni 2012

Schande!



We hadden alles in huis gehaald.

Chips, bier, broodjes warme worst, de pizzaboer zou ergens halverwege de avond nog wat pizza's komen brengen. Voor de zekerheid hadden we de televisie zo opgesteld dat een grote groep mensen er goed zicht op zou hebben.

We hadden vrienden uitgenodigd. En buren. En collega's.

Het zou een ware happening worden.

Via facebook, twitter, de mail en ook via de ouderwetse telefoon en mondopmondreclame waren de uitnodigingen verspreid. Sommigen reageerden onmiddellijk met een helaas, maar andere afspraken. Soms een sms'je. Toen het evenement van het jaar op het punt stond te beginnen, waren er nog maar drie gasten binnengedruppeld.

Het was goed, we waren er toch wel klaar voor. We gingen gespannen voor de buis zitten.

Het zorgdebat in de tweede kamer.

Het werd een debacle. In plaats van de aangekondigde marathonzitting, waarin we (eindelijk!) eens uitgebreid zouden kunnen genieten van het neusje van de zalm van onze natie op het gebied van debattechnieken, hielden de dames en heren er na een kleine 5 uur alweer mee op.

5 uur.

En ze hadden alleen nog maar een eindeloze reeks emails en brieven van teleurgestelde kiezers voorgelezen. Niks geen debat. Zenden, zenden en nog eens zenden.

Die van Gerven , die kon nog wel aardig iets voorlezen. Maar zelf iets bijdragen?

5 uur in plaats van de toegezegde 15 uur.

Het was beschamend.

We keken bedremmeld naar onze tafels vol met versnaperingen, bier en wijn. We legden beschaamd onze roeptoeters maar weer aan de kant. Onze frivole hoedjes stonden ons nu belachelijk. Laat staan mijn zorgvuldig uitgekozen T-shirt met hierop in koeienletters "JA!" en op de achterzijde "Nee (toch niet)"

Onze gasten bleken in alle stilte al te zijn vertrokken.

Het was een drama.

Zuchtend haalden we de ijverig opgehangen vlaggetjes van de verschillende partijen weer van onze gevel. De schaal met tomaten, we vonden hem zo leuk gevonden, stopten we in de koelkast. We namen met elkaar nog een glas bier.

We hadden zelfs geen zin meer in de nabeschouwing.