zondag 28 april 2024

Henk

 


Henk is altijd met wat raadselen omgeven gebleven. Hij was de jongste broer van mijn opa en, ondanks dat opa altijd vol verhalen zat, over Henk was hij kort: "Die is naar Indonesië vertrokken."

Henk werd als Hendrik geboren in 1919 in Amsterdam. De eerste pech in zijn leven was het gezin waarin hij moest opgroeien. Een vader en moeder die elkaar gevangen hielden in een bar slecht huwelijk, waarvan vooral de vader (mijn overgrootvader, Dirk Pieter) als liefdeloos en meedogenloos de familiegeschiedenis is ingegaan. Mijn overgrootmoeder, Jeltje, maakte verschillende keren dat ze wegkwam, maar, ongetwijfeld door honger gedreven, keerde ze dan weer bij Dirk Pieter terug.

Hendrik was de jongste. Hij was het negende en ook het laatste kind dat in dit gezin werd geboren. Ondanks verhalen in de familie dat Dirk Pieter ooit een flinke prijs in de staatsloterij heeft gewonnen, moet het gezin onder zeer armoedige omstandigheden hebben geleefd. In de archieven van "Hulp aan onbehuisden" komen tenminste verschillende van de kinderen voor die hier noodgedwongen werden ondergebracht. Zo tref ik hier Wieger en Sjef aan, twee oudere broers van Henk. Zij hebben nog min of meer geluk: beiden worden ergens ondergebracht waar ze een vak kunnen leren: Wieger wordt automonteur en Sjef timmerman. Sjef zal een groot deel van zijn leven een gewaardeerd vakman bij monumentenzorg zijn. 

Ook Henk wordt op negenjarige leeftijd weggebracht naar de "Hulp voor onbehuisden", samen met Jeltje, zijn 10-jarige zusje. Jeltje wordt na een jaar weer door Dirk Pieter naar huis gehaald, Henk komt terecht in een pleeggezin in Zelhem. Een, in die tijd, beruchte plek: het dorp nam veel kinderen uit tehuizen in Amsterdam in de gezinnen op. Dit bleek echter veelal geen liefdadigheid, maar koude berekening: de kinderen waren immers goedkope arbeidskrachten. Henk moest dus aan de bak in een weinig liefdevolle omgeving. Hij zal niet hebben geklaagd: hij zal nauwelijks geweten hebben wat liefdevol is.

Hij zou nooit meer terugkeren naar Amsterdam. Ook vermoed ik dat hij zijn ouders, broers en zussen ook niet meer zal zien.

Weer tien jaar later komen we de negentien jarige tegen bij de militaire keuring. Deze wordt door Henk met beide handen aangegrepen om weg te komen. Hij tekent direct als vrijwilliger bij voor het dienen in de KNIL. 

Henk vertrekt dus inderdaad naar Indonesië. We weten zelfs hoe hij daar kwam: met het stoomschip Johan de Witt is hij op 7 juli 1939 vertrokken.

In Indonesië lijkt het aanvankelijk goed te gaan. Hij wordt verliefd en trouwt op 27 september 1941 met Elise Cohen. Maar dan slaat het noodlot opnieuw toe: Japan begint haar agressieve verovering van Zuid-Oost Azië en Henk komt op 3 maart 1942 in een jappenkamp terecht. Hij wordt op 15 augustus 1945 bevrijd. De liefde tussen Elise en Henk heeft echter deze jaren geen wortel kunnen schieten: in 1946 is het huwelijk alweer voorbij.

Henk gaat in 1948 op ziekteverlof in Nederland. Hij keert echter in 1949 weer terug naar Indonesië. Volgens de aantekening in zijn dossier "volgt zijn gezin later".

Henk is dus ergens tussen 1946 en 1949 opnieuw getrouwd. Maar hierover zwijgen de archieven.

Met zijn definitieve vertrek naar Indonesië, verdwijnt Henk in de schaduw van de geschiedenis. Hij is dan net 30 jaar oud en heeft dus, logischerwijs, nog een heel leven voor zich.

Ik hoop vurig dat hem nog wat geluk gegeven is.