vrijdag 26 november 2010

Leuker kunnen we het niet maken...


Gister lag er een blauwe enveloppe in de brievenbus.

Daar houd ik niet van. Altijd gedoe.

Er bleek een retourenveloppe in te zitten. Nu gingen alle alarmbellen op rood.

Op de licht verwijtende toon, waarop brieven van de belastingdienst het patent lijken te hebben, werd mij gemeld dat ik onterecht een maandelijkse teruggave kreeg. Ik sta namelijk nergens op een loonlijst.

Dat klopt, ik ben ZZP'er.

Die teruggave is natuurlijk gebaseerd op de aftrek van de rente voor de hypotheek van ons huis. Je kan er voor kiezen om die aftrek ofwel 1 keer per jaar via je belastingaangifte te innen, ofwel maandelijks door een voorlopige teruggave. Er waren tijden dat je dit jaarlijks moest aanvragen. Een ingewikkeld formulier en er vooral aan denken deze op tijd in te sturen, eind van het jaar. Maar de belastingdienst werd steeds joliger, dus opeens hoefde dat niet meer en kreeg je vanzelf zo aan het eind van het jaar een bericht over de hoogte van je voorlopige teruggave. Gedeeld door twaalf, gaf dat het maandelijkse bedrag. Bij je belastingaangifte over dat jaar, geef je het bedrag opnieuw op als zijnde reeds ontvangen en zo liep alles keurig weer tegen elkaar weg.

Maar blijkbaar geldt dat alleen voor mensen die op een loonlijst staan. Een ZZP'er mag het uitsluitend één keer per jaar via zijn aangifte regelen. Weet ik veel.

Hoe dan ook, ik ontvang geen geld waar ik geen recht op heb: ik mag de hypotheekrente nog altijd aftrekken. Ik mag het alleen niet alvast maandelijks laten overmaken. Ik heb altijd het reeds ontvangen bedrag opgegeven, dus, zou je kunnen zeggen, het is een zuiver bureaucratische reden dat de belastingdienst mij deze brief stuurt.

Ze gaan de voorlopige teruggave intrekken. Concreet betekent dit dat ik in december één keer dit jaar de maandelijkse teruggave niet ontvang. Ik kan niet nalaten te bedenken hoeveel mensen hier nu mee bezig zijn geweest. Ik ga natuurlijk ook nog even bellen. Kost ook al snel een minuut of tien....

Leuker kunnen we het niet maken,

wel duurder....

donderdag 25 november 2010

tik tak



Het is al lang geleden.

Veel is inmiddels veranderd.

Ik ben geen verpleegkundige meer. Ik ben 20 jaar ouder. Ik heb al in geen jaren een psychiatrisch ziekenhuis van binnen gezien.

Lubbers en zijn minister Brinkman kregen duizenden verpleegkundigen op de been: stop de bezuinigingen. Ze waren nog maar net begonnen. Wisten wij veel.

Zo lang is het al geleden.

In die tijd hadden huisartsen de vervelende gewoonte om op vrijdagmiddag dementerende ouderen op een opnameafdeling van een psychiatrisch ziekenhuis terecht te laten komen. Hadden ze het weekeinde tenminste rust. Vervolgens zat zo'n stakker temidden van ernstig gestoorde patiënten maanden te wachten op een plekje in een verpleeghuis.

O ja, wachtlijsten, die waren er toen ook.

Een grijs hoopje ellende, weggedoken in een hoekje van de huiskamer. De wereld was al zo vreemd geworden, nu was ze ook nog vijandig.

Dit probeerden we uit alle macht te voorkomen. Dus, als er een bejaarde werd aangekondigd, vroegen we stevig door. Veel psychiaters waren het met ons eens en werkten mee. Een enkeling niet. Die wilde zo nodig zijn collega helpen. Want ja, die avond zagen ze elkaar weer bij de Lions of de Rotary. Of er had een assistent dienst en die durfde nog niet zo goed "nee" te zeggen tegen de huisarts aan de andere kant van de lijn. En reken maar dat zo één overtuigend kon zijn.

Maar nu was het echt anders. Ze was hoogbejaard, dat zeker. Maar ze was niet dement. Gegarandeerd niet. Echt niet.

Ze werd door een taxi gebracht. De taxichauffeur droeg haar koffertje. Haar bril stond scheef op haar hoofd en haar permanentje was uitgezakt. Ze droeg een lange, wollen jas waarvan de knopen scheef waren dichtgemaakt.

Ze schuivelde voorzichtig naar binnen en keek mij verwachtingsvol aan:

"Komt mijn moeder me hier straks ophalen?"

Ik heb haar een kopje thee gegeven.

woensdag 24 november 2010

Welkom Sinterklaasje



Ik moest diep de polder inrijden voor een overleg. Dit was gepland in een verzorgingshuis. Toen ik naar de hoofdingang liep, zag ik op een raam met grote letters staan:

" Welkom, Sinterklaas."

Ook in het huis was het vrolijkheid troef. Tekeningen van Sinterklazen en Zwarte Pieten sierden de muren. In een hoek stond een geheimzinnige jute zak, waar een roede uit stak. Bij een open haard in de centrale hal stonden kinderschoenen.

Het vuur in de haard bleek een rood lampje te zijn en de vlammen enkele door een luchtstroom wapperende crepepapiertjes.

Onvermijdelijk moest ik denken aan het moment dat mijn oma werd opgenomen in een verzorgingshuis. Tot haar 85e scharrelde ze haar kostje nog bij elkaar op een markt bij haar in de buurt. Ze verzorgde zo goed en zo kwaad als het ging haar kleine arbeidershuisje in Amsterdam Noord. Ze werd echter in toenemde mate blind en de botontkalking maakte haar steeds minder mobiel.

Nooit zag ik voor haar raam in de huiskamer een slinger met de tekst:"Welkom Sinterklaasje".Ze genoot van het vieren van Sinterklaas, maar vooral omdat dit gebeurde met de (achter)kleinkinderen. Sinterklaas was voor haar een kinderfeest, waar je als volwassene van kon genieten, maar wel als volwassene.

Mijn oma was geen liefhebber van bingo en andere vormen van groepsvermaak. Ze zat echter nog geen twee maanden in het verzorgingshuis, toen ik haar aantrof in de recreatiezaal. Ze zat wat verloren aan tafel, achter een blaadje met cijfers.

Bingo.

De zuster had haar maar meegenomen, want het was zo gezellig.

En tegen de zuster kon ze niet op. Die was de baas in het huis. En ze bedoelden het ook zo goed.

Vanaf dag 1 hoefde ze zelf niet meer te koken of spullen in huis te halen. Ze was er de vrouw niet naar om te klagen.

In het verzorgingshuis waar ik mijn vergadering had, liepen zusters rond. Met koffie, met een schoonmaakkar en met bewoners. Ze waren goed gemutst, vriendelijk en bedoelden het allemaal zonder enige twijfel goed.

Toch kon ik niet nalaten te denken: we hebben het toch over volwassen mensen? Mensen die zich een heel leven door allerlei problemen en toestanden hebben heen geslagen. Die het altijd hebben gered. Die hun eigen besluiten konden nemen en sturing gaven aan hun eigen leven.

Ik vind het niet passen, die slingers voor het raam:

"Welkom Sinterklaasje."

zondag 21 november 2010

Schreeuw


In 70 steden in Nederland werd zaterdag geschreeuwd.

Door zo'n 100.000 mensen.

Niet iedereen schreeuwde uit volle borst. Maar dan kwam er tenminste een luide roep over de lippen. En sommigen, ja, die brulden de longen uit hun keel.

Hierna lachte men meestal wat schaapachtig. Toch een beetje vreemd. Zomaar zo hard schreeuwen op straat.
Maar goed, iedereen om je heen deed mee. Dus, daar ging je.

In Den Haag, Rotterdam, Amstelveen, Almelo, Lelystad en Amsterdam. Niet in Gouda. Nee, daar niet.

Maar ja, voor je het weet krijg je hier een bloembol op je kop. En vervolgens rijdt het leger in tanks door de straten. Dus dan pas je wel op met dat schreeuwen.

Dat schreeuwen was ook nog ergens goed voor. Tenminste, dat was het idee. Nederland schreeuwt om cultuur. Want er wordt bezuinigd op cultuur en bovendien gaat er ook nog een dure BTW geheven worden op kaartjes voor het theater en de cinema. Vandaar.

Ik zag op het Leidseplein, waar hartstochtelijk werd geschreeuwd, zelfs Frits Bolkestein langskomen. Hij is natuurlijk een rechtse bal en verklaarde trots het overal mee eens te zijn waar dit kabinet voor staat. Stilte. Op één ding na: de bezuinigingen op cultuur. Dat vond hij maar niets. Luid geschreeuw en gejuich. Hij keek glimlachend rond. Sterker, hij vond dat er juist méér geld naar cultuur moest. Het plein werd afgebroken door de enthousiaste menigte. Die Frits, in het hart van de linkse kerk. Opeens hielden ze een beetje van hem. Hij hield zijn adem in. Toen maakte hij zijn zin af: "en het moet worden bekostigd uit een flinke bezuiniging op ontwikkelingshulp..."

Toen hielde de menigte even haar adem in. En vervolgens klonk er een langdurig en hartgrondig boegeroep en gefluit. Frits straalde. Mooi verhaal voor die avond in de kroeg met zijn vrienden. Ha, ha, echt Frits. Jammer dat hij zijn memoires al had gepubliceerd. Het was een mooie intro geweest.

Zondag was het weer stil. De mensen doken wat dieper in hun kraag en stookten de kachel thuis iets hoger op. In de theaters werd gezongen, gedanst en gedeclameerd. In de kunsthal in Rotterdam bekeek het publiek de schilderijen van Edvart Munch. Die heeft iets met schreeuwen.

Buiten op straat gilde een kind. Het wilde een ijsje.

Die moest nog veel leren.

Een te nette man



In een weblog kwam Fons de Poel terug op een reportage die door hem was opgenomen.

In "Het interview met Harry" (http://community.kro.nl/brandpunt/b/fonsdepoel/archive/2010/11/18/het-interview-met-harry.aspx) blikt hij terug op een vraaggesprek dat hij voerde met Harry Moeskops, bestuurder van de Osiragroep in Amsterdam.

Nou ... vraaggesprek.

Tijdens het gesprek werden steeds beelden getoond van een bejaard echtpaar, waarvan de vrouw ernstig Parkinson-patiënte is en de man zich beklaagde over de gebrekkige zorg die zij ontving. In een huis van de Osiragroep.

Vandaar dat gesprek, met Harry Moeskops. Want hij is daar één van de bazen.

Ook Fons de Poel vond het blijkbaar wat ver gaan, de wijze waarop Moeskops was aangepakt. In zijn weblog legt hij uit dat iemand natuurlijk volkomen kansloos is wanneer de schrijnende beelden van het echtpaar tussen de beelden van het vraaggesprek door zijn gemonteerd. Dit kon Moeskops natuurlijk niet weten: hij voerde een gesprek met de Poel en pas later bedacht iemand dat het effect veel groter zou zijn als de verschillende beelden door elkaar zouden worden gemixt. Moeskops was gewoon te netjes, aldus de Poel. Dat kan je van hem en zijn redactie niet zeggen. Je kan je afvragen waarom het effect zoveel groter moest worden gemaakt: het verhaal had zo al body genoeg. Maar goed, een bestuurder meer of minder opgeofferd voor het effect, waar maak ik me nog druk om. Moet allemaal kunnen.

De uitzending had een storm van protest opgeleverd. Vele voorbeelden van de verslechterende ouderenzorg waren bij de redactie terecht gekomen.

En de beelden waren natuurlijk afgrijselijk om te zien. De verdrietige wanhoop van de echtgenoot was oprecht en voor iedereen invoelbaar. En natuurlijk begrijpt ieder weldenkend mens dat hier iets moet gebeuren. En natuurlijk is het ook waar dat we met elkaar gewoon geen cent teveel over hebben voor een goede ouderenzorg, want ze is nu al onbetaalbaar. En natuurlijk moeten die zorginstellingen wat. En natuurlijk moet de politiek wat.

Alleen, door de wijze waarop het aan het publiek werd getoond, maakt het uiteindelijk een oppervlakkig item. Gericht op een snel effect. Gericht op, overigens begrijpelijke, maar helaas ook vluchtige emoties. Morgen weer een ander onderwerp. Over Afghanistan of de bloembollengooiers in Gouda.

Ook allemaal heel erg.

Collectief allemaal weer even verontwaardigd. En dan naar bed. Morgen is er weer een nieuwe dag.

Of het echtpaar de Koningh, het bejaarde paar uit de reportage, ook gewoon weer verder kan?