zondag 20 april 2014

Variaties op een rij



Het is een bekend fenomeen: als in Engeland een grote groep mensen op hun beurt moet wachten, vormt zich spontaan een rij. Of het nu gaat om het betreden van de bus, het kopen van een kaartje bij de bioscoop of het bestellen van een kilo kaas bij de kaasboer, zwijgend verandert de massa net zo lang van vorm totdat zich een overzichtelijk lint heeft gevormd.

Kom daar in Nederland maar eens om.

Gister vervoegde ik me vroeg bij een Hema bij ons in de buurt. Mijn vrouw houdt erg van Tom Poucen en dan met name van die van de Hema. Dus een feestdag is pas een feestdag wanneer we een tom pouce bij de koffie hebben. Ik heb hier geen enkel bezwaar tegen, maar de consequentie is dat ik vroeg mijn bed uit moet om de begeerde gebakjes in huis te halen: wij zijn met velen als het gaat om de liefde voor Tom Pouce.

Waarom het nu persé de Tom Poucen van de Hema moeten zijn, ik weet het niet. We komen verder nooit in deze zaak, alleen voor de rookworst en dus de Tom Pouce. Het zal ook wel domweg gewoonte zijn.

Hoe dan ook, ik kwam de Hema dus al vroeg binnen en werd bij de kassa onmiddellijk aangestaard door verschillende mensen. Ze stonden te wachten en allemaal wilden ze ook gebak bestellen. Ik nam de mensen voor de kassa in me op, het waren er 7 en wist genoeg: een ieder die zich als nieuweling zou melden, zou onherroepelijk na mij aan de beurt zijn. Vervolgens concentreerde ik me op de Tom Poucen in de vitrine en begon aan het gedachtenspel dat zo ongeveer voorafgaat aan iedere door mij ondernomen actie: het berekenen van het "worst case scenario". In dit geval: ik telde het aantal Tom Poucen en deelde dat door het aantal mensen voor mij: 80/7= 11,4.... als iedereen dus 12 Tom Poucen zou bestellen, zouden ze op zijn voordat ik aan de beurt ben. Ik weet genoeg van kansberekening om me te realiseren dat dit een onwaarschijnlijk scenario is. Ik haalde opgelucht adem en begon op mijn beurt te wachten.

Dit alles speelt zich overigens binnen enkele seconden af.

Voor mij bleek één van de dames het klontje wachtenden onvoldoende te vertrouwen. Ze begon rond te vragen wie in welke volgorde was binnen gekomen. Op basis van het antwoord, duwde de dame de wachtende vriendelijk in een overzichtelijk rijtje. Tenslotte keek ze naar mij.

"U kwam toch na mij naar binnen?"

Het is altijd ingewikkeld om jezelf voor een ander te positioneren.

"U mag voor mij staan, mevrouw."

Ze voelde zich geroepen om uit te leggen waarom ze iedereen in een rij wilde hebben. Ik luisterde glimlachend en kon mijn wat spottende blik blijkbaar niet goed uit mijn ogen bannen.

"Ik vind het prima hoor, mevrouw. Ikzelf vertrouw op de argusogen die we allemaal hebben, maar zo wordt het wel zo overzichtelijk."

Ze besloot geen aandacht meer aan mij te besteden. Achter mij wilde het geen rij worden. De mensen kwamen uit verschillende gangpaden aanlopen en bleven ter plekke staan. Het was een wat klonterig geheel.

Ondertussen deden de twee dames achter de taartenbalie hard hun best om de bestellingen te verwerken. Dat viel nog niet mee. Velen gingen blijkbaar pas nadenken over wat ze wilden, als ze aan de beurt waren. Dus een taart werd geroepen, tevoorschijn gehaald en, o nee, toch maar een vlaai en als de vlaai eenmaal in een doos zit, op de handen gaan tellen of iedereen zo genoeg zoetigheid zou krijgen. Ook dat tellen viel niet mee. Tegelijkertijd sloop een dame tussen de wachtenden door en begon uitgebreid de collectie taarten en taartjes te bestuderen. Niemand die iets zei, maar de ruggen werden strakker, de stemmen staakten en ogen begonnen te priemen.

Achter me werd de spanning een man teveel. Brommend mopperde hij dat het allemaal zo lang duurde. Hij begon commentaar te geven op de handelswijze van de twee Hema-dames, waarvan één duidelijk nog niet zo bedreven was in het taartenverkoopvak. Haar hoofd werd steeds roder en haar handelingen onhandiger. Haar, oudere collega duwde haar op enig moment naar de kassa en bleef stoïcijns onder de commentaren. De man probeerde zijn medewachters mee te krijgen in zijn onvrede, maar hier onderschatte hij zijn medemens: hij ontving afkeurende blikken van de dames om hem heen. Hij kroop zeurderig in zijn schulp.

Inmiddels kon ik mijn bestelling plaatsen. De dame gaf me een knipoog en verklaarde dat ze maar één paar handen had. Ik keek en moest haar gelijk geven. Die handen visten behendig de 9 Tom Poucen uit de vitrine, welke ze soepel in een doos liet glijden die ze al had voorgevouwen. Ze wierp een blik naar de man achter mij en ook hij kreeg een vriendelijke knipoog. Hij liet zich niet vermurwen en zij haalde haar schouders op.

Opnieuw kwam de dame die de taartjes al uitgebreid had bestudeerd, naar voren, deze keer met haar man en nu keken ze samen naar al het lekkers. Achter mij voelde ik de spanning weer toenemen, maar het echtpaar besloot later terug te komen. Gearmd liepen ze de winkel uit.

Mijn wachten was voorbij. Ik wandelde naar de rolband die me naar het dakterras zou brengen want daar stond mijn auto. Deze rolband is geschikt voor winkelwagens, waarvan de wieltjes op de band blokkeren zodat de gevulde karren moeiteloos naar boven worden getild. Vlak voordat ik de rolband wilde opstappen, duwde een dame nerveus haar volle winkelwagen snel nog voor mij de band op.

Ik zuchtte en sloot aan in de rij die zich achter haar geblokkeerde wagen vormde.