zaterdag 11 juli 2015

Adempauze




Afgelopen week mocht ik mij bij de longarts melden. Een periode van onderzoek was hieraan vooraf gegaan. Het oordeel was al uitgesproken en deze keer zou mij de oplossing voor mijn kwaal worden aangereikt.

Ik wist dat ik geen naalden meer in mijn lijf hoefde te verwachten, of een slang die door mijn neus mijn lijf werd ingeduwd of meer van dit soort ongenoegens, dus ik zat ontspannen mijn beurt af te wachten.

Bij de balie meldde zich een ouder echtpaar. Direct was duidelijk wie de longpatient was: de man liep langzaam en met hoog opgetrokken schouders. Hij concentreerde zich op zijn beweging richting de stoeltjes van de wachtkamer. Zijn vrouw riep al van verre naar een andere wachtende dat het weer zover was. De ander, een man op een leenrolstoel van het ziekenhuis, slangetje door zijn neus en zuurstoftankje naast hem, zwaaide en keek vervolgens naar buiten.

De man plofte naast mij neer. Ik keek nog even in zijn richting, maar een begroeting zat er niet in. De man bleef hoorbaar ademend voor zich uit kijken. Zijn vrouw ging naast hem zitten en mopperde dat het zo druk in de wachtkamer was.

"Het zal wel weer uitlopen..."

Dat vond ik geen prettige boodschap.

Toen kwam Ruud binnen.

"Ha Ruud!", schreeuwde de vrouw tenminste. Ruud ging met een brede grijns naast haar zitten.

"Je moet je nog melden, Ruud"

Maar dat hoefde niet, Ruud was al even bezig in de ziekenhuismolen.

Ruud en het echtpaar bleken elkaar goed te kennen. De man bemoeide zich niet met het gesprek tussen Ruud en zijn vrouw, maar soms lachte hij mee om een grapje van Ruud.

Ruud was een grappenmaker.

En longpatient.

Geleidelijk aan werd mij duidelijk dat ik in een dorp terecht was gekomen: het dorp van de longpatiënten. Ze kenden elkaar allemaal.

Dat wil zeggen: Ruud kende ze allemaal en dat gold ook voor de dame van het echtpaar.

En ze vonden iets van alle longpatiënten.

Joke bijvoorbeeld, die had afgelopen week zo'n electrische rolstoel gekregen.

Dat was schandalig.

Vond Ruud.

Hij had zelf nog gezien hoe ze een week eerder op haar fiets door de stad toerde.

Op de fiets!

De vrouw schudde verontwaardigd haar hoofd. Wat een oplichterij.

Maar ja, Joke.

Dan weet je het toch wel?

Tja.

Peinzend keken ze even voor zich uit.

"Je ziet er overigens goed uit, Ruud. Ben je aan het sporten?"

Dat was Ruud. Drie keer per week.

De vrouw keek misprijzend. Haar man had ook het advies gekregen om zich te melden op een sportschool voor ouderen. Dat was goed voor zijn conditie, zijn longen.

De man keek naar Ruud en wees op zijn borst.

"Gaat niet lekker, hoor....zeker met die warmte"

Nou, daar wist Ruud alles van.

Hoe dan ook, het advies van de longarts was in onvruchtbare bodem gevallen: "Weet je hoeveel dat kost? Dat ga ik echt niet betalen!"

Ruud lachte samenzweerderig. Dat had hij nou precies hetzelfde gedacht toen de longarts hem dat advies gaf.

"Ik heb gewoon gezegd dat ik het geld niet heb....en weet je wat? De dokter schreef een verwijzing en nu sport ik drie keer per week hier in het ziekenhuis bij de fysiotherapie...."

Gratis!

Dat vond de vrouw een goed advies. Haar man keek alweer puffend voor zich uit. Hij zag zich nog niet zo sporten, geloof ik.

Vervolgens kwam de crisis in Griekenland aan bod. Helaas, voordat ze de ultieme oplossing met elkaar hadden gedeeld, werd ik naar binnen geroepen.