zaterdag 17 maart 2012

Meester van Vliet




De lagere school doorliep ik eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw. Het was de tijd van democratisering en inspraak. Jongeren sliepen op de dam en beleefden hun happening rond het Lieverdje. Ik leefde in een dorp onder de rook van Amsterdam, Castricum. Het tumult van de grote stad ging aan ons voorbij.

Toch moet ik op een vooruitstrevende school hebben gezeten.

In de zesde klas kregen we "staatskunde" van meester van Vliet.

Hij leerde ons debatteren. Hij leerde ons hoe politiek in elkaar zat. Dat deed hij door ons de opdracht te geven om zelf een politieke partij op te richten. We moesten met onze zelf opgerichte partijen onderling de strijd om de kiezer, de andere leerlingen van de school, aangaan.

Ik richtte de MOEM op. Meer Orde en Mogelijkheden. Dat van die orde begrijp ik nog steeds niet goed, de mogelijkheden vonden we veel interessanter. Met een aantal vriendjes begonnen we de partij vorm te geven. Met alles wat hierbij hoort: enthousiasme, onderlinge strijd, er ontstond zelfs een scheuring in de partij.

Toen we al een aantal keren massaal, onze partijleden kwamen uit verschillende klassen van de school, te laat in de les verschenen waren, werden we bij de hoofdmeester, meester Koster, ter verantwoording geroepen. Wat we eigenlijk precies met orde bedoelden. Dat was inderdaad een zwak punt in onze doelstellingen, we wisten het niet precies. Hij stelde voor dat we dan maar zouden beginnen om in ieder geval zelf op tijd in de les te komen. Het was een lastig onderdeel van ons partijprogramma.

We hielden vurige toespraken op het schoolplein. We maakten foldertjes en verspreidden die over de leerlingen. We gingen de klassen af. In de aula werd een debat georganiseerd.

Ik heb geen idee meer wat onze programmapunten waren. Wel herinner ik me een discussie over de tekst van de folder. Ik had hierin een rijtje eisen opgenomen. Dat vonden mijn medepartijgenoten te scherp uitgedrukt. Dat zou wel eens verkeerd kunnen vallen bij de meesters en juffen. Eisen werden wensen.

We wonnen de verkiezingen. Daardoor mochten wij de meeste leerlingen in het leerlingenparlement aanleveren.

Hierna wordt het vaag. Ik kan me tenminste niet herinneren dat we ooit een bijeenkomst met dit parlement hebben gehad.

We zaten ook in de zesde klas en dat laatste jaar vloog voorbij.

In 1974 was het voorbij. Ik verliet met mijn ouders en broer en zus dat jaar Castricum. We verhuisden naar Gouda, voor ons toen een grote stad. Abba won het eurosong festival, in Portugal begon de Anjerrevolutie, de palestijnen en de PLO werden steeds actiever, Turkeije viel Cyprus binnen, Nixon trad af door het Watergateschandaal, van Kooten en de Bie begonnen de uitzendingen van het Simplistisch Verbond. Dat ging allemaal toen volkomen langs mij heen.

Het zou weer jaren duren voordat ik geïnteresseerd raakte in politiek en de wereld om mij heen.

Maar meester van Vliet heeft mij geleerd hoe het allemaal werkt, de politieke partijen. Inclusief de strijd en de scheuringen.

vrijdag 16 maart 2012

Het leven is een schouwtoneel




"Kijk, nu zet ik hier nog een paar flessen neer."

De man keek op om te controleren of de cameraman zijn bewegingen wel volgde. Dat deed deze niet. De camera maakte een opname van het geheel: een deur waarvoor de man een stoel had geplaatst, zodat deze de deurklink omhoog duwde; een balk over de breedte had gehangen in een paar muurklemmen aan weerzijde van de deur en bovendien een touw wat in een ingewikkeld patroon nog eens via grote spijkers in de deurpost, voor de deur was gespannen. Op de stoel kwamen dus de flessen. Die zouden onverbiddelijk op de grond vallen wanneer een onverlaat toch probeerde de deur te openen.

De cameraman werd meegenomen naar de voordeur. De man vertelde trots dat hij de deur had vervangen door een plaatstalen geval. Het slot was een ingewikkeld mechanisme geworden met een verankering zowel boven als onderaan de deur. Een soort kluisdeur.

Inmiddels had zich ook de vrouw des huizes bij het geheel gevoegd. Wat zurig merkte ze op dat de deur een keer was dichtgevallen toen ze beiden aan de buitenkant bezig waren. De brandweer was eraan te pas gekomen om het echtpaar weer toegang tot hun huis te geven.

"Awel", merkte de man op, "maar toen ze via het keukenraam binnen waren geklommen, hoefden ze alleen nog maar dit te doen."

Hij demonstreerde trots hoe soepel de immens zware deur openging.

De vrouw ging onverbiddelijk verder. Ze vertelde hoe ze vroeger beiden samen regelmatig op stap gingen. Dansen, een lezing, de bioscoop. Dat gebeurde nu al jaren niet meer. Ze waren altijd thuis en altijd binnen. Als ze nu nog maar een hondje had gehad, ze hadden ook al geen kinderen. Maar ja, haar man hield niet van honden. Bitter vertelde ze dat het door de eigenaar van het appartementencomplex verboden was om dieren in huis te nemen. Maar inmiddels hadden verschillende mensen op de trap toch dieren: een hondje, een kat, een vogel. Haar man was de schrik van het trappenhuis, ging ze door, hij bullebakte iedereen af die met een huisdier de trap opliep. Hij hield van orde.

Zijn orde.

De man hoorde het relaas van zijn vrouw glimlachend aan.

Zo was het.

Ze was ongelukkig. Maar gelaten.

De man liep naar de garage. Deze was zo ingewikkeld afgesloten, met extra pennen en balken, dat de auto vrijwel nooit meer naar buiten werd gereden. Maar die auto kon tenminste niet gestolen worden.

Of er ooit iets gebeurd was? Een inbraak? Nee, gelukkig niet, maar je kon je maar beter voorbereiden.

In het laatste shot bleek het echtpaar een autoalarm te hebben gekocht. De man had het alarm in de auto gemonteerd. Helaas, door de beperkte ruimte in de garage en het voortdurende nerveuze gefriemel van het echtpaar waarbij ze steeds weer controleerden of alles wel goed was afgesloten, bleef het alarm maar afgaan.

"Nu zijn we ook nog bedrogen", jammerde de vrouw.

Striptease, Canvas, donderdagavond 22.25 uur