donderdag 2 februari 2012

Uit de kast....



Het was een bittere teleurstelling.

Vreselijk.

Iedereen had het over haar. Ze was mooi. Misschien wel de mooiste. Haar ogen. Haar glimlach.
En nu zou ik haar in de ogen kunnen kijken.
Met nog een paar honderd man.

Maar geen ogen te zien.

Ze was onooglijk.

Ik zag vooral het spiegelbeeld van al die starende mensen. Flitsende camera's.
Ze hing achter glas.

Mona Lisa.

Maar er was hoop...

De Venus van Milo stond ook nog ergens in dit immense gebouw.

Dat was helemaal lachen: een driedimensionaal beeld en iedereen, of eigenlijk allemaal mannen, stond vastgenageld aan de voorzijde. Ik liep langs de groep heen en bekeek de achterzijde. Ook niet onaardig en ik was hier alleen.

Een vrouw zonder armen. Met een half ontbloot lijf. Billen die net uitkwamen boven een afgezakte doek die om haar lijf was gevouwen. Symbool van de eeuwige schoonheid.

En alle kerels stonden naar haar borsten te staren.

Echte kunstkenners, zullen we maar zeggen.

Net als al die fotograferende mensen voor de Mona Lisa. Thuis zouden ze op de foto een witte vlek zien waar het flitslicht tegen het glas weerkaatste. Of, wanneer ze zonder flitser werkten, hun eigen afbeelding in het glas.

Vandaag hoorde ik Matthijs van Nieuwkerk verklaren niet te begrijpen waarom iedereen zo idolaat is van de Mona Lisa.

Pffff.

Gelukkig.

Ik snap het ook niet.

maandag 30 januari 2012

Wie schrijft nog een sprookje?




Wat ik me vaag nog kan herinneren.

Een dagje op pad met mijn ouders, opa en oma en het gezin van mijn vader zijn zus. Naar de Efteling.

Het moet de eerste keer in mijn leven zijn geweest dat ik als kind in deze wonderlijke sprookjestuin terecht kwam. Ik probeer voor mezelf duidelijk te krijgen wanneer dit moet zijn geweest.

Het sprookje van de Indische Waterlelies was nog maar net geopend. We moesten lang, heel lang wachten voordat we twee afschrikwekkende reuzewachters mochten passeren. Als kind vond ik ze eng, met hun rollende ogen. Vervolgens kwamen we op een soort voorhof en moesten we opnieuw wachten. Eindelijk gingen de deuren open en mochten we een stikdonkere ruimte betreden. Mijn oom, de man van de zus van mijn vader, liep volgens mij te filmen en tegelijkertijd regelende opmerkingen te schreeuwen: een combinatie die hem goed afging. Het was ook een volstrekt zinloze bezigheid, regelen, want alles regelde zich vanzelf. Maar goed, sommige mensen geven de touwtjes nu eenmaal niet graag uit handen. En het maakte ook allemaal niet uit.

Ons werd verteld dat het sprookje was geschreven door een koningin, Fabiola van België. Ik realiseer me nu dat zij het was die me voor het eerst deed nadenken over, wat ik nu als het Droste-effect ken: een koningin was voor mij een figuur uit een sprookje. Een koningin die een sprookje schrijft...dat fascineerde me, kan ik me herinneren. Het gaf een onverwachte diepte en dat puzzelde me.

Binnen bekeken we het spel van dansende feeën, muziekmakende kikkers en ergens op de achtergrond een heks die met wijdse gebaren alles in beweging zette of juist weer stopte.

Ergens lees ik dat het sprookje in 1966 haar deuren opende. Toen was ik vier jaar oud. Mogelijk dat we een jaar later waren, ik weet het gewoon niet meer.

Afgelopen weekeinde liep ik opnieuw rond op de Efteling. Mijn dochter ging met haar vriendinnen zelf op pad en ik liep met mijn vrouw door het sprookjesbos. De afschrikwekkende reuzewachters bij de indische waterlelies hadden hun effect verloren. Er verzamelde zich geen mensenmassa meer voor hun poort. De deuren naar het duister stonden nu permanent open. Kinderen holden voor hun ouders uit en liepen snel weer door naar de uitgang. Het duurde blijkbaar te lang.

Het sprookje was verloren.

En een koningin die een sprookje schrijft, ook dat is inmiddels alweer lang geleden.