donderdag 18 juli 2013

Je ziet niet wat je ziet



Mijn eerste ervaring met een interim manager was toen ik nog in het ziekenhuis werkte. Na een fusie en reorganisatie, was ik, tot mijn eigen en verder tot ieders verrassing benoemd als divisiemanager. Hierdoor kwam ik automatisch in de directie. Op dat moment had ik niet meer dan 5 jaar ervaring als afdelingshoofd en een summiere opleiding voor operationeel management in mijn zak. Ik stapte dus in een voor mij compleet nieuwe wereld. Het ging over strategie, capaciteitsbenutting, positie in de regio en over geld. Vooral dat laatste. Verrassend weinig werd er gesproken over patiënten.


Omdat de reorganisatie niet vlekkeloos was verlopen, waren er nogal wat posities die niet konden worden ingevuld. Zo ook die van facilitair manager en daar kwam dus een interimmer op terecht. Deze dame hield van aanpakken. Ze bemoeide zich met ieder detail, joeg haar medewerkers voor zich uit en was al snel de schrik van het ziekenhuis. Alles moest veranderen: dekens werden vervangen door dekbedden, er kwamen nieuwe uniformen, de keuken was helemaal niets en moest op de schop. En zo ging het maar door. De bestuurder, ook een interimmer, liet haar gaan.

Ze hield niet van formaliteiten. Knopen werden de hele dag doorgehakt. Ze kon opeens je kamer binnenstormen en overlaadde je dan met een geweldig schrikbeeld, hel en verdoemenis, maar, gelukkig, zij had al een oplossing en, weet je wat, het bespaarde nog een heleboel geld. Wat je ervan vond. Totaal overdonderd keek je schaapachtig in haar richting, wat voor haar voldoende was: wie zwijgt stemt toe. En weg was ze weer. Er was immers een besluit genomen.

Soms probeerde ik met haar discussie aan te gaan. Dat werd niet op prijs gesteld. Daadkracht, Zwart, daadkracht. Doorpakken. Tempo. Bespiegelingen zijn voor de borrel bij het haardvuur. We hebben een crisis te bestrijden.

Opeens was ze ook weer weg. Haar vertrek werd niet nader toegelicht. Ze zal wel een keer de verkeerde deur zijn binnen gestormd of, de echte doodzonde in een algemeen ziekenhuis, een medisch specialist omver hebben gelopen. Uiteindelijk blijven zij de baas en als een medisch staf op de rem gaat staan, is de race gelopen.

Inmiddels ben ik zelf 5 jaar interim-manager, na zo’n 20 jaar directie-ervaring in verschillende zorginstellingen. Het hierboven beschreven beeld van een interim-manager is natuurlijk ernstig gechargeerd, maar blijkt zich wel in de praktijk van alledag als een gestalt, een beeld te hebben vastgezet. Omdat we vaak maar oppervlakkige waarnemers zijn, we reageren veelal op de wereld om ons heen vanuit beelden zoals die zich in ons denken hebben vastgezet (en verdraaid, het lijkt ook wel of we hierin steeds weer worden bevestigd!), is het onontkoombaar dat ook ik vanuit een dergelijk beeld wordt bekeken. Dat levert soms fraaie taferelen op.

Ik was nog geen drie maanden aan de slag in mijn eerste interim-opdracht, toen een lid van de Raad van Toezicht van de instelling waar ik rondliep naar mij opmerkte: “je bent een echte interim-manager, dat zie ik al…” Ik had de man hooguit drie minuten gesproken en alles klopte al voor hem. Of: in de aanloop naar een nieuwe opdracht, werd een referent over mij gebeld. Ik was in het gesprek helemaal niet overgekomen als interim-manager: ik straalde zo’n rust uit. Was ik wel in staat om moeilijke knopen door te hakken? De opdracht werd mij overigens gegund en in korte tijd wist ik orde op zaken te krijgen.

Op mijn manier, dat wel. Maar dat ziet waarschijnlijk niemand.