maandag 9 juli 2012

Wijkverplegingblues




Haar grootste probleem is haar gewicht. Van daaruit ontwikkelde zich tal van andere problemen: de knieën kapot, suikerziekte en ga zo maar door. Het gevolg is uiteindelijk dat ze niet meer zelfstandig haar bed uit kan komen.

Daarom komt de wijkverpleegkundige.

Die helpt haar met een tillift uit haar bed en zorgt dat ze een paar keer per week onder de douche kan.

Verder is ze geheel afhankelijk van haar man.

Ook niet de lichtste en een notoire alcoholist. Al jaren. Een moeilijke man die gluurt naar de wijkzuster en het leuk vindt om haar aan het schrikken te maken. Dan komt hij opeens uit een donkere kamer en staat dan pal voor haar. Als hij gedronken heeft is hij kwaaïg. Dan kan hij schelden.

Vroeger sloeg hij zijn vrouw nog wel eens, maar dat doet hij niet zo vaak meer.

Het huis vervuilt. Daar kan de huishoudelijk hulp, die één keer per week komt, niet tegen op werken. Op de vloer kleeft het door de etensresten en in het hele huis hang een weeïge, penetrante geur. Ongeveer zoals een vuilnisbak ruikt die een paar dagen in de volle zon heeft gestaan. Maar dan 24 uur per dag. Zeven dagen per week.

Schreeuwend vanuit haar bed, probeert ze nog wat orde in de chaos te houden. Maar haar man luistert al lang niet meer naar haar. Soms schreeuwt hij terug, maar over het algemeen zwijgt hij. En hij drinkt zijn bier. En nog maar één. En nog maar één.

De kinderen komen nog maar nauwelijks. Afwisselend hebben ze ruzie met vader of met moeder of met allebei.

Ze kijkt tv of bladert in een puzzelboekje. Maar eigenlijk let ze nergens meer op. Ze wacht. Op de hulp. Op de wijkverpleegkundige.

Mijn vrouw is één van die wijkverpleegkundigen.

Afgelopen week werd ze midden in de nacht gebeld. Ze had bereikbaarheidsdienst. Vandaar.

Of ze kon komen. De vrouw had een luide bons in de kamer van haar man gehoord. Hierna was het stil geworden. Hij reageerde niet op haar roepen. Ze was bang dat hij was gevallen. En niet meer overeind kon komen.

Mijn vrouw stapte uit bed en reed naar hen toe.

De man lag aangekleed op zijn bed. Hij rook naar de alcohol en was ongewassen. Verder was er niets aan de hand.

Dat wil zeggen. Hij was niet gewond.

De volgende ochtend moest mijn vrouw alweer om 8.00 uur bij de eerste cliënt zijn. Een vriendelijke, bejaarde dame die over niet al te lange tijd zal overlijden. Met kind noch kraai. Van wie de wijkverpleegkundigen waarschijnlijk de enigen op de begrafenis zullen zijn.