woensdag 2 februari 2011

raadsels


Zijn manier van lopen zit tussen hollen en slenteren in. Snel schuifelen, zoiets.

Hij spreekt geen Nederlands.

Tenminste, als hij mij iets brengt, duwt hij dit letterlijk in mijn handen en mompelt iets onverstaanbaars. Hij kijkt me niet aan en draait onmiddelijk weer om.

Hij sjouwt met afvalbakken, met linnenkarren, met servieswagens volgeladen met kopjes en schotels. Hij bemoeit zich niet met de mensen in de hal. Hij werkt. Hij werkt hard.

Geen idee welke nationaliteit hij heeft. Geen idee wat hij van zijn werk vindt. Geen idee of hij zich realiseert dat hij in een verpleeghuis werkt.

Ikzelf werk niet in dit verpleeghuis, maar kom hier regelmatig omdat voor de thuiszorg de planners in dit verpleeghuis gehuisvest zijn. En enkele thuiszorgteams. Ik ben de baas van de thuiszorg. En steeds kom ik hem hier tegen.

Wie is zijn baas? Hoe communiceert zijn baas met hem? Hoe weet hij wat hij moet doen?

Het is een van die raadsels die ik dagelijks tegenkom. Die mij fascineren.

Nog zo een. Gister liep ik naar mijn kantoor. Een oudere man kwam me tegemoet. Hij zag er slordig gekleed uit en hij liep sloffend. Hij keek naar de straat. Toen ik hem passeerde, draaide hij onverhoeds zijn hoofd en brulde "lul"  tegen me. Ik begon te lachen en hij gaf me een stralende lach terug.

Geen idee wat er gebeurde. Waarom dit gebeurde. In ieder geval liepen we allebei met een grote glimlach verder.

De humor ligt op straat.

Vandaag moest ik in Amsterdam betalen voor een parkeerplaats. Dat is tegenwoordig een heikele opgave. Je moet heel precies door een menuscherm heen, op enig moment moet je je kenteken opgeven (procedure onderbreken, naar je auto lopen en kijken, weer achterin de rij gaan staan).

Inmiddels was het begonnen te regenen. Hard. Voor mij stond een vrouw net zo te stuntelen als ik. Op enig moment moest ze betalen en ze probeerde haar pinpas door een afdichtingsrand van het apparaat te halen. Dat werkte niet. Ze probeerde de andere kant van het apparaat. Dat werkte ook niet.

Ik tikte op haar schouder en ze sprong van schrik een eind in de lucht. En ondertussen werd ik natter en natter.

Ik probeerde haar duidelijk te maken waar ze haar pas in moest duwen. Ze liep echter verschrikt weg.

U heeft nu een eigenaardig beeld van mij.

Van die raadsels, bedoel ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten