maandag 25 juni 2012

Een hondenleven

De honden, vanaf links: Siep, Djabba, Bono


Hij was vrijwel blind. Zijn ogen waren permanent ontstoken. Hij had geen kracht meer en struikelde over iedere drempel. Of hij viel spontaan om. En hij had zijn blaas niet meer onder controle.
Hij was veertien jaar oud.

Bono, onze hond.

Vanmiddag om 15.30 uur was het afgelopen.

Hij was de zwakste van het hele nest. Als er melk kon worden gedronken, werd hij door alle wriemelende hondelijfjes steevast naar achter gedrongen. Hij stond dan maar een beetje te wachten of er nog iets voor hem overschoot. Uiteindelijk heeft hij het van al zijn broertjes en zusjes het langste vol gehouden.

Bono was nog maar een klein half jaar bij ons, toen we werden gebeld. Een zusje van Bono was in Woerden terecht gekomen. Onder het mom van een allergie moest ze daar weer vertrekken. Of wij plaats hadden.

Daar kwam Djabba. In dat halve jaar was ze goed verpest: ze sprong op tafel, gebruikte de huiskamer als uitlaatplaats, luisterde op geen enkele manier en ze was angstig. Bono heeft haar opgevoed. Hij kalmeerde haar en leerde haar hoe een hond zich in een mensengezin hoort te gedragen.

Ze werden onafscheidelijk.

Ze jaagden samen. Bono sprong in het water en zwom de sloot door. De verschrikte eenden vlogen de kant op, waar Djabba ze tussen het riet stond op te wachten. Ze hebben nooit een eend te pakken gekregen.

Ze speelden samen. Djabba was het meest gehaaid. Als we een flinke stok gooiden, was Djabba er als eerste bij. Ze holde zo snel ze kon weg, maar de stok was meestal te zwaar. Bono greep dan het andere uiteinde van de stok en samen holden ze zo verder. je moest wel oppassen, ze liepen je compleet omver als ze zo bezig waren.

Ze hielpen elkaar. Toen we, tijdens een wandeling door de bergen, met de kinderen en de honden, werden overvallen door een groots onweer en zware hagelstenen, krulden de beide hondenlijven zich in elkaar en beschermden ze elkaar.

Vijf jaar geleden werd Djabba ziek. Ongeneesbaar. Haar dood betekende voor Bono dat voor hem de ouderdom zich had ingezet. Onze derde hond, toen nog maar enkele maanden bij ons, Siep, had nooit geleerd te spelen. Het was dus over met spelletjes. Bono werd van toen af aan een oude hond.

Siep is een voormalige fokhond. Toen ze economisch waardeloos was geworden, werd ze naar een dierenasiel gebracht. Tot die tijd had ze achter elkaar nesten jonge hondjes geworpen. Nog steeds moet Siep niets hebben van puppen: ze blaft ze weg of loopt voor ze weg.

Siep had ook nog nooit in een gezin geleefd. Bono heeft het haar geleerd. Hij kalmeerde haar. Dat is goed gelukt. Eigenlijk is slapen het enige dat Siep met overgave doet. Als ze tenminste niet eet.

Dan hebben we ook nog even Blondie gehad. Een Belgische schone, ook een voormalige fokhond. Ze werd aangetroffen in een schuur zonder daglicht, met nog ruim 100 andere honden. Daar leefden ze, in een permanent donker op een betonnen vloer. Toen ze werden bevrijd, moesten de meeste honden direct worden afgemaakt omdat ze in een te slechte conditie waren. Blondie werd geheel kaal geschoren omdat het vuil met sop niet uit haar vacht was te verwijderen. Ze haalde het maar net. Na enkele weken haalden wij haar op. Een angstige, gestoorde hond. Bono nam haar onder zijn hoede. Hij kalmeerde haar, alhoewel ze altijd nerveus bleef.

Blondie bleek al snel ziek te zijn. Ze werd dan ook niet erg oud.

Bono was er steeds bij. Veertien jaar lang. Hij hoorde er gewoon bij.

Vanmiddag was het dan afgelopen.

Om 15.30 uur.

En Siep? Die ligt gewoon te slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten