vrijdag 9 maart 2018

eeuwwisseling




De deur stond op een kier. Ik klopte en riep:

"mevrouw de Wolf!"

Ergens klonk een stem die me vroeg verder te komen.

Mevrouw de Wolf zat aan een kleine eettafel. Haar middageten, worteltjes en aardappelen, had ze, vrijwel onaangeroerd, duidelijk van zich af geschoven.

Ze keek me vorsend aan.

Ik stelde me voor en ze schudde haar hoofd.

"Ik zou u nooit hebben herkend. Ik kom te weinig mijn appartement uit."

Ze was gaan staan. Voor haar leeftijd bleek ze verrassend lang te zijn. Ze gaf me een hand. Deze voelde koud aan.

Mevrouw de Wolf is vandaag 100 jaar oud geworden.

Ze wenst er geen feest van te maken. Sterker, ze wilde niet dat er op enige wijze aandacht aan zou worden besteed. Geen feest met de andere bewoners. Geen speciaal verjaardagsmenu. Geen burgemeester. Niets.

Dus dat de directeur opeens in haar kamer stond met een grote bos bloemen...ze aarzelde.

Ik maakte haar snel duidelijk dat ik me niet wilde opdringen. Ik weet dat ze jarig is en dat ze 100 is geworden. Ik weet ook dat ze er liever geen aandacht aan wilde besteden. Maar of ze het goed vond dat ik haar dan toch een bos bloemen overhandigde?

Haar gezicht ontspande en ze begon breed te lachen.

Maar natuurlijk!

We gingen samen even aan haar tafel zitten. Ik vroeg haar of ze ooit had bedacht dat ze misschien wel 100 jaar zou worden?

Dat had ze niet. Bovendien, ze wenste het niemand toe. Ze vond er niks aan...

Ze was de jongste van een gezin met 11 kinderen. Geen van haar broers of zussen leefde nog. Veel van de neven en nichten waren ook al overleden....ze had zelf maar 1 dochter, zij had geen kinderen en ze woonde helemaal in Groningen. Gezien haar leeftijd, over de zeventig, kon ze maar weinig helemaal naar hier komen....

Ze was dus erg alleen.

Toch was ze niet klagerig. Ze vertelde het erg naar haar zin te hebben in haar appartement. De dame die haar haar eten had gebracht, had een zak vol lekkere chocolaatjes voor haar meegenomen en haar beide buurmannen, allebei ver in de tachtig, stonden altijd voor haar klaar.

Ik zweeg. Alles wat ik kon verzinnen, zou de plank misslaan. Natuurlijk, ze was alleen. Al haar dierbaren waren weggevallen en haar bejaarde dochter woonde veel te ver weg.

We zwegen beiden dus even.

Ze vertelde altijd de zwakste van het stel te zijn geweest. Haar longen waren niet goed en daardoor was ze verschillende keren opgenomen geweest in een sanatorium. En nu dan toch honderd...

Ze glimlachte wat voor zich uit.

Ik stond op en ging de bloemen in een vaas zetten. Ze wees me de kast waar de vazen stonden. Natuurlijk pakte ik eerst iets wat helemaal geen vaas was. Het bleek een weckpot.

Een weckpot is geen vaas.

Ze scharrelde achter me langs en wees boven een plank. Daar stond een vaas.

Ze wees me precies aan waar ze de bloemen wilde hebben.

Ik ging nog even bij haar zitten.

"Nou, als u nu naar de bloemen kijkt, dan weet u dat er toch mensen zijn die vandaag aan u denken..."

Ze keek me stralend aan en ik kreeg een kus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten