dinsdag 7 september 2010

entertrainer



Het plafond was er laag.

Het zaaltje stond vol. Op het podium stonden de bestuurders en directieleden van de organisatie. Ik stond er tussen. Een beetje achteraf. Een entertrainer, zo noemde hij zich, had zich als man in dameskleding gehuld. Hij klapte enthousiast in zijn handen en riep uit dat we allemaal mee moesten zingen.

Iets in de geest van dat we allemaal kampioenen waren. Of zoiets.

Ik voelde me opgelaten. Ik hou van zingen en van plezier maken. Maar dit was een demonstratie. Daar houd ik niet zo van. En al helemaal niet van die opzwepende teksten over kampioenen en zo. Ik was vast niet de enige die er zo over dacht.

En toch stond iedereen in zijn handen te klappen. Ook ik. Wie durft spelbreker te zijn?

Zorginstellingen zijn lastig te besturen. De eenheden, vaak een opbouw van teams door professionals, gedragen zich als een soort democratie. Iedereen wil meepraten. Meebeslissen. Over alles.

De organisatie is echter volledig gebaseerd op een bevelsstructuur. Top down. Uiteindelijk heeft alleen de raad van bestuur zegginskracht, als je het helemaal afpelt. En de ondernemingsraad kan eigenlijk alleen blokkeren. Cliƫntenraden hebben alweer een veel zwakkere positie. Teams van medewerkers kunnen dus alleen echt een vuist maken via de ondernemingsraad. Dat zie je dan ook vaak gebeuren, een bestuurder die vecht met zijn of haar ondernemingsraad.

Tenzij je medisch specialist bent. Dan maak je deel uit van een beroepsgroep die een bestuurder in de tang kan nemen.

De structuur van een instelling sluit maar moeizaam aan bij de verwachtingen van de medewerkers. Veel gaat domweg topdown. Met alle gevolgen van dien: cynisme, afbreuk, ziekteverzuim, vechtgedrag.

Voorbeeld, de aanschaf van nieuwe GSM’s. Prachtige speeltjes komen de organisatie binnen. Maar diegenen die de produktie maken en deze apparaten bijna iedere minuut gebruiken voor registratie en communicatie, die klagen: de knopjes en de beeldschermpjes zijn veel te priegelig. Liever minder gadget-achtige spullen, als het maar functioneel is.

Voorbeeld. Opeens rijdt het topmanagement in een dure lease-auto. Omdat… ja, waarom eigenlijk?

Voorbeeld, de bouw van een nieuwe zorgvoorziening. Hoe vaak moet binnen enkele maanden na de opening de eerste verbouwing al worden uitgevoerd? Omdat er onvoldoende nagedacht is over de praktijk van alledag? Omdat degenen die die praktijk van alledag in hun vingers hebben aan de zijlijn hebben gestaan?

Terug naar dat zaaltje, waar we met ons allen opgelaten een opgewonden lied lieten horen.

Als de lijnen binnen een organisatie logischer passen bij de medewerkers en het werk. Als de structuur betekent dat de directeur begrijpt wat de medewerkers bezielt en bezig houdt. Als de medewerker de directeur als partner ziet….

Dan zijn dit soort bijeenkomsten niet meer nodig.

Kan de entertrainer naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten