woensdag 8 september 2010

wie geeft dat bureau water?



"We werken hier met flexibele werkplekken."

Het maakt mij niet uit. Je kan mij aan een keukentafel zetten op een plastic stoeltje. Als ik maar ruimte heb voor mijn papieren en een lap top.

Adviesbureaus doen het al jaren. Zorginstellingen passen het nu vrijwel overal toe. Kantoortuinen waar directie, secretariaten, managers, ondersteunend personeel gebroederlijk en/of gezusterlijk alle werkplekken met elkaar delen. Niemand een eigen plek. Je komt 's ochtends binnen en zoekt naar een leeg bureau. Daar ga je zitten. Afwachten wie er vandaag bij je in de buurt komt zitten. Of niet.

Dat is weer een heel nieuw spel geworden. Wie zit bij wie.

En wie niet.

Vooral van belang om tijdens de lunch onderling te bespreken.

Een dergelijk spel wordt meestal al snel onmogelijk gemaakt omdat iedereen in de flexibele ruimte domweg iedere dag op dezelfde plek gaat zitten.

In dat geval gaat het gesprek tijdens de lunch over diegene die het waagde op de plek van een ander te gaan zitten. Meestal een nieuwe collega of een brutale. Beiden goed voor een bespiegeling.

Vaak zijn de kantoortuinen (wie heeft dat woord verzonnen?) nog wel onderverdeeld in sectoren, eilanden of "vlekken". Zo heb je een vlek voor de secretaresses, een vlek voor de gewone managers, een vlek voor directie (de supermanagers) en natuurlijk ook een aparte vlek voor de bestuurders. Zo hebben we de hiërarchie toch nog zichtbaar gehouden. En op die vlek zit iedereen dan weer op zijn eigen plek.

Het grote verschil met allemaal eigen kantoortjes is dus het ontbreken van de muren. Dat scheelt vierkante meters. En is dus efficiënt. 

Het ontbreken van muren heeft ook wel weer een nadeel. Geluid. Om je heen wordt gewerkt. Getelefoneerd, onderling gesproken, er wordt gelopen, gecopieerd. Kortom. Geluid, overal.

De sterken sluiten zich hiervoor af. Dat lukt niet iedereen. Dus komen er regels en ook weer aparte hokjes: om rustig te kunnen werken, te telefoneren of iets te bespreken. Dat vraagt om problemen want regels worden overtreden.

Dat vergaderhok, wat van tevoren moet worden besproken, is alwéér bezet door iemand die dat niet heeft gereserveerd (altijd dezelfde). Die ene collega die luidkeels de telefoon beantwoordt en vervolgens aan jou gaat zitten vertellen wat je net ook al hebt kunnen beluisteren. Die personeelschef die iedere keer weer uitgebreidde besprekingen komt voeren met collega's om je heen.

Dus zie je altijd wel weer iemand die een "stiltehok" voor zichzelf heeft opgeëist. Dat is ook weer niet de bedoeling.

De overgang naar deze nieuwe manier van werken is meestal voorafgegaan door een berekening. De kantoorkosten konden sterk worden terug gedrongen want je werkt op minder vierkante meters.

Dat laatste is evident.

Ook wordt er enthousiast verhaald over de nieuwe manier van werken. Het verhoogt de betrokkenheid, de motivatie. Je krijgt andere patronen. Sneller. Efficiënter.

Maar hier hebben de ontwerpers buiten het beestje gerekend. Die wil vasthouden aan wat was. Die wil zekerheid.

Die nieuwe manier van werken kan. Dat geloof ik. Maar daar moet je dan ook stevig in investeren. Tijd, aandacht, coaching, oefenen, geld. Anders krijg je het oude kantoor maar dan zonder muren. Doet iedereen wat hij of zij altijd al gewend was. Blijft natuurlijk over de besparing.

Laat het daar dan over gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten