donderdag 6 augustus 2015

Mag ik even uitspreken, alstublieft?



Cees Grimbergen leidde gisteravond op televisie een discussie over het onderwerp "de macht van de zorgverzekeraars". De gemoederen liepen natuurlijk hoog op, maar wellicht dat de warme zomeravond hier ook haar aandeel in had.

Het gesprek kwam echter niet goed op gang. Hiervoor waren de verschillende gesprekspartners op voorhand al te vooringenomen met hun eigen standpunt en bovendien was Renske Leijten aanwezig: altijd goed om een uurlang haar politieke dogma bij voortduring naar voren te brengen: de marktwerking in de zorg moet stoppen.

Ik ben geen liefhebber van de marktwerking in de zorg, maar het gemak waarmee Leijten en haar partij alle problemen denkt op te lossen, stuit mij bijzonder tegen de borst.

Naast haar zat een man die werd geduid als "consultant in de zorg". Hij zal wel voor een adviesbureau werken. Zijn centrale stelling was: "Het is in Nederland zo slecht nog niet." Hiermee zou hij enige nuancering in het populisme van zijn buurvrouw moeten brengen, maar hij had een ernstig probleem: het was een hele aardige man die, anders dan de meeste anderen, bereid was om te luisteren en zijn eigen standpunten te nuanceren. Leijten maakte dan ook gehakt van hem. Hij hoefde zijn mond maar open te doen, of ze onderbrak hem, herformuleerde zijn woorden (zodat hij opeens iets heel anders gezegd leek te hebben) of begon weer met haar hamer op het haar zo bekende aambeeld te rammen. Wanneer hij de euvele moed had om iets terug te zeggen, viel ze hem verontwaardigd in de rede: of ze nu eindelijk een keer haar zin mocht afmaken.

Dat mocht ze.

Steeds weer.

Ronduit moedig was Ben Crul, een voormalig huisarts die namens een grote verzekeraar sprak: Achmea (tegenwoordig willen ze weer Zilveren Kruis genoemd worden). Maar ook hij had pech: in de zaal zat een man die het tot zijn levenstaak had gemaakt om juist Achmea van deze aardkloot af te duwen. Hierin enthousiast gesteund door onze vriendin uit de Haagse stolp. Ook de debattechniek van Crul was niet overdadig ontwikkeld, zodat hij bij voortduring ten onder ging in wat mompelend gesputter.

Tenslotte zaten er nog een ervaringsdeskundige en een huisarts. De ervaringsdeskundige bleek uiteindelijk vooral reclame te willen maken voor een bureautje dat ze had opgestart en de huisarts, die had wel wat meer vanuit de praktijk mogen vertellen, maar dat lukte niet erg. Ook haar betoog werd voortdurend overgenomen door Leijten, want, tja, als je de oplossing weet, waarom zou je dan nog luisteren naar anderen: alles wijst immers in de richting van jouw oplossing.

Hierbij bleef ze met een zelfvoldane glimlach in het rond kijken.

Grimbergen kwam er niet goed uit. Hij prikkelde nauwelijks en liet de stroom eenzijdig steeds dezelfde kant opstromen: het populisme vierde hoogtij en de oplossing was zo simpel: stop de marktwerking in de zorg en alles komt goed.

Een belangrijke nuance, die volledig werd gemist in de discussie, is dat er in Nederland sprake is van een gereguleerde marktwerking. Dat wil zeggen: op sommige punten is marktwerking toegestaan, maar de overheid heeft nog altijd een hele dikke vinger in de pap. Het is dus onzinnig om alleen maar naar de zorgverzekeraars te wijzen, als het gaat om de huidige systematiek. De hoogte van de basisbeurs, de inhoud, het is allemaal nog altijd het domein van onze tweede kamer. Het speelveld waarin zorgverzekeraars en zorgaanbieders acteren, is nauwgezet gereguleerd vanuit Den Haag. Dat probeerde Crul een paar keer duidelijk te maken.

Tevergeefs.

Een andere, de decentralisaties, waardoor gemeentes nu verantwoordelijk zijn geworden voor een belangrijk deel van ons zorglandschap, ook dat werd nauwelijks aangestipt. Vooralsnog is het mij voor dit gebied volkomen onduidelijk hoe dit zich gaat ontwikkelen. Duidelijk is dat ook gemeentes stevig inzetten op concurrentie door prijs (er moeten immers enorme bezuinigingen worden gerealiseerd) en dat ook zij momenteel ook nog eens bezig zijn om financiële reserves op te bouwen (ten koste van zorgaanbieders, overigens), maar dat diezelfde gemeentes van zorgaanbieders eisen dat ze intensief met elkaar samenwerken en volop over en weer onderling gegevens uitwisselen. Het is voor mij, eenvoudige zorgboer, niet altijd meer goed te volgen. Maar goed, het viel buiten de scope van de uitzending (die ging immers over zorgverzekeraars), maar boeiend is in ieder geval wel dat gemeentes blijkbaar hetzelfde gedrag aan het ontwikkelen zijn. Met één belangrijk verschil: zorgverzekeraars hebben nog te maken met concurrenten, een gemeente is altijd en per definitie monopolist...

Is dan de oplossing om maar te stoppen met marktwerking?

Zeker is dat de premie van het vroegere ziekenfonds tussen 2002 en 2005 met 110% steeg en dat de premies van de zorgverzekering vanaf haar invoering in 2006 tot en met 2014 slechts met 8,2 % stegen. En dat was nu juist een belangrijke reden om marktwerking te introduceren: de zorgkosten rezen nu eenmaal de pan uit. Dat moest worden beteugeld. Bovendien, de inhoud van het basispakket is in Nederland erg ruim (daar betalen we dan ook voor), hierdoor hoeven we dus, in vergelijking met andere landen, relatief weinig te betalen aan eigen risico en eigen betalingen. Gelukkig, wat mij betreft, is ook in het systeem van de basisbeurs het solidariteitsbeginsel overeind gebleven: we betalen allemaal eenzelfde bedrag, zodat degenen die zo ongelukkig zijn meer getroffen te worden door ziekte e.d. niet veel meer hoeven te betalen dan gelukkigen die gezond zijn.

Dat we de kosten beheersen, komt doordat we van de zorgverzekeraars eisen dat ze scherp inkopen. Ze mogen niet alles voor zoete koek aannemen, wat hen door de aanbieders wordt voorgehouden aan kostprijzen. Ze stellen zaken ter discussie, ze onderzoeken alternatieven en ja, ze gebruiken hiermee hun inkoopmacht om het tij van de nog steeds oplopende zorgkosten te keren...

En daarmee wordt voorkomen dat de zorgpremies voor ons onbetaalbaar zijn.

En mag ik nog even herinneren aan die enorme wachtlijsten waarmee we rond de eeuwwisseling werden geplaagd? Dat is iedereen alweer vergeten....Hoe? Doordat ze domweg grotendeels verdwenen zijn! Hoe? Doordat de zorgverzekeraars op dit punt enorm hebben lopen duwen...

Dat had Crul o.a. volgens mij willen zeggen.

Dus het is allemaal koek en ei?

Natuurlijk niet. Marktwerking heeft als zeer belangrijk nadeel dat het samenwerken tussen zorginstellingen en professionals zoals huisartsen op zijn minst wordt bemoeilijkt. Je bent immers ook concurrenten van elkaar. Gelukkig zitten zorgmensen niet zo in elkaar, dan bedoel ik vooral de mensen die het werk doen: de verpleegkundigen, artsen, fysiotherapeuten: dat volk is gelukkig heel erg genegen om samen te werken en dat zijn ze ook gewoon blijven doen.

Mede door de marktwerking met alle financiële druk die zij met zich meebrengt, zijn er grote zorgmolochen ontstaan. Enorme organisaties die poogden om, door bundeling van krachten, efficiënter te gaan werken, kosten te besparen en reserves op te bouwen. In de praktijk blijkt dat echter gemakkelijker gezegd dan gedaan: het vraagt heel wat van bestuurders om een dergelijk construct levensvatbaar te krijgen en te houden.Gelukkig zie je ook hier dat er zo langzamerhand andere inzichten ontstaan en dat de oplossing van dit probleem niet altijd hoeft te zitten in fuseren. Maar hier moet nog veel gebeuren, inderdaad.

Dat kost tijd.

En ook de financieringsmanieren vragen om een kritische beschouwing, zoals dat afschuwelijke systeem van de thuiszorg, waarbij een onmenselijk strakke indicatiestelling moest leiden tot een besparing in de zorgkosten. Uiteraard, het werkte niet en dankzij Jos de Blok weten we nu ook dat de oplossing niet is om medewerkers tot in het oneindige te controleren, maar juist de professionele ruimte te geven die ze verdienen: dát werkt kostenbesparend. Je hoeft immers niet meer een zwaar en duur controlesysteem in je organisatie overeind te houden.

We zijn er zeker nog niet en er moet nog heel veel gebeuren.

Maar dat we alleen maar op de verkeerde weg zijn....die conclusie kan ik zeker niet trekken.

Fijn dat ik even uit mocht spreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten