zaterdag 21 januari 2012

Geloof, hoop en liefde.



Ik werd gevraagd voor de interviews. De voorgesprekjes.

Vervolgens zouden de kinderen zelf, voor de camera, het gesprek voeren.

Het was een project waarin kinderen voor de camera een gesprek voerden met iemand van een andere generatie. Ze moesten van tevoren een idee op papier zetten en dat insturen. Zelf vast een filmpje maken, mocht ook.

Een professionele cameraploeg zou enkele ideeën vervolgens uitvoeren.

Die professionele cameraploeg was een vriend van mij, inderdaad professioneel en in dit geval regisseur, geluidsman en cameraman ineen. Dat deed hij overigens met het grootste gemak.

En ik dan om de kinderen van tevoren te helpen een idee te krijgen over hoe ze het vraaggesprek zouden willen uitvoeren. Ik was dan niet echt professioneel, maar wel betrokken.

Dat voldeed.

Eén van de gesprekjes was met een meisje die met haar moeder wilde praten.

Haar moeder was jarenlang geplaagd geweest door kanker. Ziekenhuis in. Ziekenhuis uit. Kinderen naar een opvangadres en weer ophalen. Jarenlang was dit het patroon geweest.

Het meisje had zich gerealiseerd dat ze haar moeder nog nooit had gevraagd hoe zij dit nu eigenlijk had ervaren. Daar moest het gesprekje over gaan.

De voorbereiding liep niet zo lekker.

Het meisje was erg verlegen en vond het moeilijk om voor de camera haar verhaal te doen. We spraken met haar op haar kamer. Dat werd niks. Twee vreemde kerels en een meisje van een jaar of veertien. Dan moet je wel heel erg stoer zijn. We liepen de tuin in waar het gezin verschillende huisdieren hield. Waaronder een pony voor het meisje. Daar ontdooide ze wat. Ze vond het moeilijk, zo gaf ze aan. Ze was niet zo gewend om over dit soort gevoelige zaken met haar moeder te spreken. Dat had ze eigenlijk nog nooit gedaan.

We besloten met moeder en dochter naar een nabijgelegen bos te rijden. Daar liepen ze wel vaker, moeder en dochter. Met de hond. Dat waren fijne wandelingen.

Moeder sloeg direct een arm om de schouder van haar dochter. Ze voelde wel aan dat het meisje zich niet helemaal senang voelde. Ze zei niet veel maar die arm bleef om de schouder van het meisje liggen.

Het gesprek voor de camera kwam wat aarzelend op gang. Het meisje leidde haar vraag in en haar moeder begon te vertellen. Over wat de ziekte met haar had gedaan. Over de opgave om haar gezin draaiende te houden. Over de steun van man, ouders en vrienden. Over haar diepe dalen tijdens alle behandelingen.

Ze waren gaan zitten op een boomstam. De moeder haalde een hand door het dikke, zwarte haar van haar dochter. Er viel een stilte.

De cameraman, regisseur, c.q. geluidsman haalde de camera van zijn schouders. Hij wilde al iets zeggen, toen de moeder weer begon te praten.

Zachtjes, de ogen afgewend, maar wel beslist. Het meisje keek haar met grote, geschrokken ogen aan.

De moeder vertelde haar dochter dat de kanker erfelijk was. Dat de kans dat zij dezelfde rotziekte zou krijgen, heel erg groot was. Dat dat dan nog een jaar of zes zou duren en dan zou het duidelijk zijn.

En dat zij er altijd voor haar zou zijn.

Mijn vriend had de camera weer aangezet. Volkomen versteend stond hij op zijn plek. Ik had moeite de moeder te verstaan, maar uit de flarden die ik hoorde drong langzaam tot me door wat haar boodschap aan haar kind was.

Het meisje begon te huilen. De twee vrouwen stonden op en liepen met de armen om elkaar heen geslagen van ons weg.

Ik moest denken aan het verhaal over geloof, hoop en liefde.

Ik realiseerde me dat de hoop voor hen nu het belangrijkste was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten