dinsdag 26 oktober 2010

Pijnlijk



Vanmorgen liep ik door Den Haag.

Dat kan leuke ontmoetingen opleveren. De leukste blijft toch wel die keer, nu ongeveer een half jaar geleden. Ik liep over de Lange Poten en hoorde een gedecideerde stem achter mij:

"Ja, hallo, met Jan Peter..."

Toen ik omkeek, keek ik in het gezicht van een man met een enorme bos rood haar die zacht in een mobiel sprak. Hij keek verbaasd terug.

Wat mij weer bevreemde: een man met de naam Jan Peter, moet in Den Haag toch wel wat gewend zijn.

Maar de ontmoeting van vandaag mocht er ook zijn. Deze keer liep ik achter Gerd Leers over het Plein. Zichtbaar was dat verschillende mensen op het terras naast ons hem herkenden. Hij zag blijkbaar de herkenning en begon te zwaaien.

Niemand zwaaide terug.

Hij liep door en bij het volgende terras, hetzelfde tafereel. Maar ook hier zwaaide niemand terug.

Een loslopende minister hoort blijkbaar niet te zwaaien. Of we willen ons niet met hem identificeren. Of we vinden het domweg overdreven, zwaaien naar elkaar. Het moet ook niet te gemoedelijk worden.

Het kan ook omgekeerd: op straat uitbundig worden begroet door iemand die je absoluut niet herkent. Genanter wordt het wanneer de persoon blijft staan en met enkele rake vragen duidelijk maakt precies te weten wie hij tegenover zich heeft. En jij maar wanhopig je geheugen afgraven.
Het meest voor de hand liggende, durf ik vaak niet te doen en wanneer je te lang wacht, wordt het te pijnlijk: gewoon vragen naar wie je voor je hebt.
Zo stond ik eens langdurig te stuntelen en manoeuvreerde me in een steeds onmogelijker positie, totdat mijn uitbundige beul zich opeens realiseerde dat hij niet mij, maar mijn broer kende...Zijn vragen gingen inderdaad over de gezinssituatie bij mijn ouders thuis, lang geleden...Wij hadden elkaar nog nooit ontmoet.

Tenslotte blijft voor mij één van de meest pijnlijke ontmoetingen, die met mensen die er niet zelf bij zijn. In de trein, in de bus, in de tram wordt je geconfronteerd met de meest intieme details van iemands ziekte, overlijden of juist geboorte doordat de persoon in een telefoongesprek onderwerp van dat gesprek is. Luidkeels. Voor iedereen te horen.

Dan heb ik toch echt liever dat je je telefoon even weglegt en vriendelijk zwaait naar minister Leers.

Vindt hij ook leuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten