donderdag 30 september 2010

Verzet.



De man die een rookbom gooide op de Dam, tijdens de kroning van Beatrix, stond enkele meters bij mij vandaan.

Ik schrok me rot en heb het vervolg niet afgewacht. Later zagen we hoe op de Rozengracht een rij Hell's Angels demonstranten het smerige grachtwater in veegden. Ik kon met een paar vrienden nét op tijd een metrostation induiken. We arriveerden na deze omzwervingen uiteindelijk in het Sarphatipark, waar een alternatief kroningsfeest gaande was. Veel straattoneel en ander vertier. Met enige regelmaat kwamen groepjes jongeren het terrein opwandelen die betrokken waren geweest bij de rellen overal in de stad. Zij werden als helden ontvangen.

Ongeveer in dezelfde periode was ik betrokken bij de organisatie van een schoolstaking. Onze opleiding, in een oud Haags paleis midden in een weelderig park met herten, pauwen en schapen, werd een ochtend lang het centrum van verzet. Ik heb géén idee meer waar het over ging, maar het was wel spannend. Wij waren binnen, de niet-stakers buiten en we hielden de deuren stevig gesloten. Uiteindelijk, toen we ontdekten dat de leraren, het bestuur, de medestudenten en zelfs de geliefde kantinedame boos op ons waren, hielden we er maar weer mee op.

En natuurlijk die grootse demonstratie tegen kernwapens. Een uniek moment dat kerken en linkse partijen (tegenwoordig worden die ook tot de kerk gerekend...) de handen ineen hadden geslagen en met hen vele tienduizenden Nederlanders.

Tot zover mijn verleden als politiek geëngageerd activist.

Ik moest hier aan denken na het lezen van een artikel in de Volkskrant over de aanstaande ontruimingen van kraakpanden in Amsterdam. Het is nota bene opnieuw een PvdA-burgemeester die de koe bij de horens vat.

Ik begrijp dat er veel misstanden zijn ontstaan door het jarenlang gedogen van kraakacties. Aan de andere kant is voor mij zonneklaar dat juist diezelfde kraakacties het ongebreidelde speculeren met onroerend goed, waardoor veel waardevolle en bruikbare woningen bewust werden verkrot, hebben teruggedrongen. Dat, naast jongeren die domweg uit waren op een lekkere rel, het overgrote deel van de actievoerende jongeren het hart op de goede plaats had.

Dat repressie bijna automatisch het antwoord van autoriteiten is.

Nu zit ik zelf, in mijn omgeving, op posities waar ik invloed heb. Ik zit redelijk hoog op de apenrots.

Hoe reageer ik nu op verzet? Op boosheid?

Tegen mijn beleid?

Wijs ik, schouderophalend, naar boven? Wat kan ik er aan doen? Je weet wel, Den Haag?

Kies ik voor repressie? Harde maatregelen?

Of durf ik het debat aan en klim ik op de zeepkist. Durf ik nog te luisteren.

Ik heb zomaar het idee dat het antwoord op deze vragen de komende jaren erg belangrijk gaan worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten