zaterdag 21 augustus 2010

solidariteit



Vanmorgen weer een krant vol van afkeren, polarisatie en uitsluiting gelezen. Ik werd er moedeloos van. Daarom maar eens een tegengeluid. Over achterstandswijken, of, in onnavolgbaar positivistisch taalgebruik pracht- of krachtwijken. Persoonlijk vind ik achterstandswijken het meest recht doen aan de situatie: er is achterstand opgelopen in onderhoud, veiligheid, samenhang en deze achterstand moet worden ingehaald. Het lukt niet overal, maar er zijn inmiddels goede voorbeelden over hoe het kan.
Voor een belangrijk deel is dit te danken aan de enige minister in ons land die in het openbaar, in de tweede kamer nog wel, door een volksvertegenwoordiger "knettergek" werd genoemd. Zij presteerde het om naar de wijken toe te gaan en het debat met de bewoners aan te gaan. Ook ging zij voluit het conflict aan met de woningbouwcorporaties die immers de sleutel (geld, veel geld) in handen hebben om de achterstanden in onderhoud en veiligheid aan te pakken. En dat niet deden. Want ook corporaties zijn inmiddels zelfstandige instellingen met een winstoogmerk. En wie investeert nu in armoedige volkswijken waarvan de bewoners aan de onderkant van onze samenleving bungelen. Vogelaar heette ze, Ellen Vogelaar. Ze was nogal vierkant in haar omgang met de media. Daar wist onze nationale bloedzuiger, Castricum van GeenStijl, nog een keer op lepe wijze gebruik van te maken. En zo ging het publieke imago van deze minister aan gruzelementen. Uiteindelijk moest ze wijken. Haar opvolger, van de Laan, heeft overigens de door haar in gang gezette lijn volledig doorgezet. Ook hij zocht de wijken op. Ook hij pakte de corporaties aan. Met één verschil, hij kwam beter uit voor de camera. Dat kan blijkbaar het hele verschil maken.
Maar goed, het zou een positief verhaal worden. Dat wordt het. In één van de steden waar ik opdrachten heb uitgevoerd, waren achterstandswijken. In die gemeente had een bevlogen wethouder, inderdaad een SP-man, een consequente lijn opgezet: hij sloot aan op iedere beweging die door de bewoners zelf in gang werd gezet. Dat had hij ook duidelijk afgesproken met de directeuren van de corporaties. Ze gingen voortdurend de wijken in en zie...het gebeurde. Bewoners kwámen in beweging. Bewoners ondernamen initiatieven. De gemeente ging naast hen staan en de beweging kreeg kracht.

Toen pas werden het krachtwijken.

Buurten werden schoongemaakt. Er kwamen veilige speelplaatsen voor kinderen en hangplekken voor jongeren. Zo neergezet, dat iedereen een oogje in het zeil kon houden. Corporaties begonnen de straten op te knappen. Ze trokken jonge ondernemers aan in de verlaten winkelpanden. Er kwam leven in de brouwerij. Er kwam samenhang.
De instelling waar ik op dat moment voor werkte, raakte betrokken door de toewijzing van subsidiegelden in kader van ontwikkeling in krachtwijken. De subsidie was er op gericht om de wijkverpleegkundige weer meer zichtbaar te maken in deze wijken. Zoals wij het zeiden:

"Meer wit op straat."

De subsidie maakte het mogelijk om deze belangrijke professional weer meer actief te doen laten zijn in allerlei netwerken in de wijk. Binnen de reguliere thuiszorgfinanciering zijn dit soort activiteiten bijzonder moeilijk gefinancierd te krijgen. Gevolg is dat wijkverpleegkundigen zich vaak nog uitsluitend bezig kunnen houden met verpleegtechnische handelingen, uitvoerend werk dus. Belangrijk, maar ze kunnen zoveel meer. Dat bewees zich wel in dit project. Naadloos sloten ze aan op allerlei initiatieven in de wijken. Ze organiseerden spreekuren voor allochtone vrouwen, ze zochten hoogbejaarde mensen op die zich opsloten in hun huis, ze hadden contact met vrijwilligersorganisaties en ga zo maar door. Het enthousiasme spatte er van af.
Het is natuurlijk pervers dat wijkverpleegkundigen op basis van subsidiegelden pas deze beweging kunnen maken. De reguliere financiering dwingt hen een andere kant op. Het is dan ook te hopen dat de minister van volksgezondheid eens een praatje maakt met de minister van volkshuisvesting. Misschien dat hier duidelijk kan worden gemaakt wat de toegevoegde waarde van een professional is. En dat dat best wat geld mag kosten.
Hoe dan ook. Het is dus mogelijk om een negatieve spiraal te doorbreken. Op een ouderwetse manier, samen. Dat heette ooit uit solidariteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten