zondag 19 september 2010

vrije ruimte



Ik kreeg een mailbericht van haar.

Of ik het goed vond dat ze over enkele weken vakantie opnam.

Nu had ik er genoeg van en ik belde haar. Of ze tijd had om even naar mijn kamer te komen.

Ze was een vriendelijke vrouw. Ze gaf al jaren leiding aan alles wat met dagbesteding in het verpleeghuis te maken had. Nu waren we haar taken langzaam aan het uitbreiden. Want het thema dagbesteding speelt natuurlijk niet alleen in een verpleeghuis. We hadden ook dagactiviteitencentra in de woonwijken. En in de verzorgingshuizen waren activiteitenbegeleiders. Alleen daar was het nog niet goed van de grond gekomen. En iedereen was bezig het wiel opnieuw uit te vinden.

Fragmentatie. Eén van de belangrijkste problemen van zorginstellingen. Allemaal koninkrijkjes. En iedereen maar aan elkaar uitleggen dat de dagbesteding die zij organiseerden héél anders was dan de dagbesteding bij de buren. Want iedere dagbesteding heeft natuurlijk een eigen manager. En die beschermt zijn koninkrijk.

Zij deed het goed. Ze ging op rustige wijze met al die teams de discussie aan. Ze was overtuigend. Langzamerhand ontstond er eenheid binnen die enorme lappendeken. Langzamerhand begon men elkaar als collega's te zien. In plaats van als concurrenten.

Maar als je elkaar als collega ziet, dan heeft dat ook consequenties. Bijvoorbeeld, als een collega ziek wordt, dan vang je elkaar op. Dat betekent dat je nu opeens op de fiets moet stappen om de bewoners van het verzorgingshuis drie straten verder te helpen met hun dagbesteding. Dat roept dan opeens weer allerlei boze reacties op. Maar je bent toch collega's? Ja, maar....

Dan stapte zij weer in de auto en ging het gesprek aan. Meestal was het probleem dan binnen een half uur opgelost.

En dan steeds die mailberichten waarin ze toestemming vroeg voor van alles en nog wat. Een uurtje eerder naar huis, een maandag vrijaf, vakantie... Ik begreep er niets van.

Ze hoorde mijn vraag en keek me lachend aan.

"Realiseer jij je dat je nog maar een kleine 2 jaar mijn baas bent?"

Ik keek haar niet begrijpend aan.

"Hiervoor had ik bijna 20 jaar lang een andere baas...die liep met een telefoon door het verpleeghuis. Als ik ergens een poster had opgehangen, zonder dat ik zijn toestemming had gevraagd, belde hij me ter plekke op en moest ik, waar ik ook mee bezig was, onmiddelijk die poster verwijderen..."

Ze had gelijk. En ze was integer. Ze gebruikte de ruimte die ze nu kreeg om veranderingen in haar bedrijfsonderdeel door te voeren. Niet om het zichzelf makkelijker te maken.

Ik pakte een papiertje en schreef:

"Ja, je hebt toestemming."

Ik zette mijn handtekening er onder.

We begrepen elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten