woensdag 1 september 2010

Geen cent teveel



Een jaarlijks terugkerend fenomeen is het maken van produktieafspraken met het zorgkantoor.

Nog niet zo heel lang geleden, maakten medewerkers van een zorgkantoor een ronde langs de aanbieders. Dat was direct een goede gelegenheid om met elkaar eens de nodige ontwikkelingen door te nemen. Het kostte al snel een middag, maar dan was je onderling helemaal bij, je had de produktieafspraken rond, je had gesproken over de tarieven en vaak liep er een vervolgafspraak omdat er een ontwikkeling gaande was waarover je met elkaar nog eens van gedachten wilden wisselen.

Dat was vroeger. Niet eens zo heel lang geleden, maar het was in ieder geval ouderwets. Al dat elkaar in de ogen kijken en elkaar leren kennen, en zo.

Tegenwoordig krijg je medio juli een berichtje dat de formulieren voor de produktieafspraken kunnen worden gedownload. Op die formulieren vul je met name allerlei kwalitatieve informatie in. In de bijlagen voeg je de gevraagde onderbouwingen, zoals een geldig HKZ (kwaliteits)certificaat.

Al die informatie bepaalt in welke categorie je als aanbieder valt. A,B, of C. A, dat is de top: je voldoet aan alle (kwaliteits)eisen, B is al wat minder en C, tja, die moeten zich zorgen maken.

Het luistert nauw. Een organisatie waar ik eens voor werkte, haalde in een jaar bij de maandelijkse verantwoording, één keer niet de vereiste deadline. De procedure werd in deze organisatie hierop onmiddellijk aangescherpt en de situatie herhaalde zich de 10 maanden hierna niet meer. Toch koste dit onmiddellijk de A-status. Jawel, we moeten streng zijn. En alles digitaal.

Die status kan van alles betekenen. Dat hangt weer van het zorgkantoor af met wie je zaken moet doen. Soms geeft de status de mogelijkheid tot groei aan, soms heeft het te maken met het tarief, soms geeft het een prioritering in de toewijzing aan wanneer cliënten op zoek zijn naar zorg: hoe beter de status, hoe hoger de kans dat ze naar jou worden toegeleid. En die keuzevrijheid dan? Uhm, markt heeft in de thuis- en verzorgings-/verpleeghuiszorg niet zoveel met cliënten te maken, markt is verzekeraar of, preciezer, zorgkantoor. Een monopolist (cliënten kunnen niet kiezen, zorginstellingen ook niet), dat is natuurlijk een beetje jammer.

Over de produktieafspraken wordt niet meer gesproken. Die krijg je gewoon toegezonden, inclusief het bijbehorende tarief.

Toch worden al deze procedures, hoe instrumenteel ook, met argusogen gevolgd. Je vindt hier namelijk nogal eens de beruchte cigaar uit eigen doos terug. Bijvoorbeeld doordat het zorgkantoor een tariefaanpassing doet (altijd omlaag) en dat je vervolgens ontdekt dat een heel traject om ketenzorg van de grond te laten komen, hieruit wordt gefinancierd. Je moet als aanbieder dan maar weer proberen om hier tussen te komen. Met als effect dat je, effectief met precies hetzelfde budget, nu én dezelfde produktie (tegen een lager budget) moet halen en een heel traject gericht op ketenzorg moet realiseren. Deze vormen van uitholling maken dat het zo langzamerhand voor zorginstellingen scherp sturen is om de kwaliteit op niveau te houden.

Want dat HKZ-certificaat zal je ieder jaar opnieuw moeten laten zien.

Digitaal, dat dan weer wel.

We gaan vooruit. En geen cent te veel he?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten