maandag 2 augustus 2010

Een goed idee is vaak zo verdomd lastig.

Ze kwam mijn kamer binnen wandelen omdat ze een idee had. Ze had al enige jaren gezien hoe familie, na het overlijden van hun familielid in het verpleeghuis, vaak vele vuilniszakken met kleding, schoenen en andere spulletjes weggooiden. Tegelijkertijd zag ze de trieste realiteit dat er nogal wat bewoners waren die niet of nauwelijks bezoek kregen. Die moesten maar zien hoe ze aan kleding kwamen. Daar had ze over nagedacht. Het leek haar een goed idee wanneer we in het verpleeghuis een winkeltje openden, waar we kleding en andere spulletjes die anders toch zouden worden weggegooid, konden doorverkopen aan bewoners. Zij zou ervoor zorgen dat de spulletjes keurig schoon en zonder scheuren waren.

Nou, dat leek mij ook wel een goed idee.

Al snel kwam het eerste probleem. Wáár kon zo'n winkeltje worden ondergebracht? Het vroeg een kleine ruimte voor de verkoop, ongeveer één keer per twee weken een middag. Ook moesten er spullen kunnen worden opgeslagen. Nu wordt iedere ruimte gebruikt, vaak intensief, dus, wie ging er wijken. Mijn oog viel op een opleidingslokaal, dat stond meerdere dagdelen per week gewoon leeg. Het koste enige discussie met de opleidingsmensen: iedereen vindt zo'n winkeltje een goed idee, alleen niet als het over mijn ruimte gaat (ook al staat die leeg). Maar goed, die strijd werd gewonnen en de winkel kon van start.

Het werd een succes. De bewoners beschouwden de winkel als een uitstapje, waar ze bovendien heel goedkoop nieuwe, tweedehands spullen konden kopen. Voor de vrijwilligers was het bevredigend en niemand hoefde nog kleding weg te gooien.

Iedereen blij.

Zo blij, dat het initiatief al snel uit de rails dreigde te lopen. Ook buiten het verpleeghuis werd het winkeltje bekend en al snel meldden zich de eerste bewoners uit de wijk. Op zich natuurlijk prima, want dat willen we toch: het verpleeghuis onderdeel laten zijn van de wijk? Maar al die mensen die binnen kwamen, moesten we dat dan goed vinden?
De medewerker die het initiatief was gestart, dreigde steeds meer onder al het extra werk te bezwijken. Ik vroeg de coördinator van het vrijwilligerswerk om met haar op zoek te gaan naar hulp. Dat duurde wel even want het viel niet mee voor de medewerker om haar initiatief te delen met anderen.
De hoeveelheid ingezamelde kleding nam ook sprongsgewijs toe. Steeds meer ruimte werd opgeëist. De facilitair manager klaagde steen en been en dat kon ik ook wel begrijpen.
Toen kwam ook nog de controller bij me langs. Hij vroeg hoe de administratie van de winkel was georganiseerd want de belastingdienst zou wel eens geïnteresseerd kunnen zijn in de BTW-verrekening. Ook dat kon ik begrijpen, de omzet was inmiddels aanzienlijk. En, alhoewel diezelfde omzet onmiddellijk terugvloeide naar de bewoners, de belastingdienst is er nu eenmaal niet voor sprookjes.

Voor je het weet, komt een goed idee om in dit soort gedoe. Steeds moest ik vragen aan degene die tegenover mij zat: "Maar, wat vind je nu eigenlijk van het idee?" Meestal was de reactie dat men het idee heel goed vond, maar....

"Maar jij hebt verstand van het onderwerp wat je nu bij mij op tafel gooit....kom eens met een oplossing..."

Dat hielp. Het bleef echter een onderdeel waarover ik waakzaam moest blijven: het was iets nieuws en de neiging om terug te keren naar de oude situatie bleef heel sterk, dan zou het winkeltje zijn verdwenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten